Vertaling van aankijken

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
aankijken, aanblikken {ww.}
aankijken
aanblikken {ww.}

ik zal aanblikken
ik zou aanblikken
jij zult aanblikken

ik zal aankijken
ik zou aankijken
jij zult aankijken
» meer vervoegingen van aankijken

aankijken {ww.}
aankijken {ww.}

ik zal aankijken
ik zou aankijken
jij zult aankijken

ik zal aankijken
ik zou aankijken
jij zult aankijken
» meer vervoegingen van aankijken

aanzien, aankijken, aanblikken {ww.}
aanzien
aankijken
aanblikken {ww.}

ik zal aanblikken
jij zult aanblikken
hij/zij/het zal aanblikken

ik zal aanzien
jij zult aanzien
hij/zij/het zal aanzien
» meer vervoegingen van aanzien

Al het onbekende wordt als wonderbaar aanzien.
Al het onbekende wordt als wonderbaar aanzien.
Niet opnieuw! Zie hoe die twee elkaar kussen. Ze staan echt in vuur en in vlam voor elkaar. Ik kan dit niet langer aanzien.
Niet opnieuw! Zie hoe die twee elkaar kussen. Ze staan echt in vuur en in vlam voor elkaar. Ik kan dit niet langer aanzien.
zien, ontvangen, bekijken, beschouwen, bezien, aankijken, beoordelen, inschatten {ww.}
zien
ontvangen
bekijken
beschouwen
bezien
aankijken
beoordelen
inschatten {ww.}

ik zal aankijken
ik zou aankijken
jij zult aankijken

ik zal zien
ik zou zien
jij zult zien
» meer vervoegingen van zien

Laat zien.
Laat zien.
Het is leuk om de race te bekijken.
Het is leuk om de race te bekijken.
aanzien, aankijken {ww.}
aanzien
aankijken {ww.}

ik zal aankijken
ik zou aankijken
jij zult aankijken

ik zal aanzien
ik zou aanzien
jij zult aanzien
» meer vervoegingen van aanzien



Gerelateerd aan aankijken

aanblikken - aanzien - zien - ontvangen - bekijken - beschouwen - bezien - beoordelen - inschattenoordelen - blikken - denken - vaststellen - afwachten