Vertaling van beslissen
ik beslis
jij beslist
hij/zij/het beslist
ik beslis
jij beslist
hij/zij/het beslist
» meer vervoegingen van beslissen
beslissen
uitmaken
zich voornemen {ww.}
ik beslis
jij beslist
hij/zij/het beslist
ik besluit
jij besluit
hij/zij/het besluit
» meer vervoegingen van besluiten
bepalen {ww.}
ik bepaal
jij bepaalt
hij/zij/het bepaalt
ik beslis
jij beslist
hij/zij/het beslist
» meer vervoegingen van beslissen
beslissen
uitgemaakt
uitmaken
beschikken
resolveren
decideren {ww.}
ik beschik
jij beschikt
hij/zij/het beschikt
ik besluit
jij besluit
hij/zij/het besluit
» meer vervoegingen van besluiten
Voorbeelden in zinsverband
We vinden het moeilijk om te beslissen welke te kopen.
We vinden het moeilijk om te beslissen welke te kopen.
Maar hoe ga je beslissen wat belangrijk is en wat niet?
Maar hoe ga je beslissen wat belangrijk is en wat niet?