Vertaling van uitgemaakt
voldongen {bn.}
beslissen
uitmaken
zich voornemen {ww.}
ik heb beslist
jij hebt beslist
hij/zij/het heeft beslist
ik heb besloten
jij hebt besloten
hij/zij/het heeft besloten
» meer vervoegingen van besluiten
uitmaken
beëindigen
afmaken
voleindigen
afsluiten {ww.}
ik heb afgemaakt
jij hebt afgemaakt
hij/zij/het heeft afgemaakt
ik heb besloten
jij hebt besloten
hij/zij/het heeft besloten
» meer vervoegingen van besluiten
uitmaken
uitdoven
uitblussen
doven
blussen {ww.}
ik heb geblust
ik had geblust
ik zal geblust hebben
ik heb uitgedaan
ik had uitgedaan
ik zal uitgedaan hebben
» meer vervoegingen van uitdoen
uitmaken
wegdoen
opdoeken
elimineren
afschaffen {ww.}
ik heb afgeschaft
ik had afgeschaft
ik zal afgeschaft hebben
ik heb verwijderd
ik had verwijderd
ik zal verwijderd hebben
» meer vervoegingen van verwijderen
uitmaken {ww.}
ik heb uitgemaakt
ik had uitgemaakt
ik zal uitgemaakt hebben
ik heb gevormd
ik had gevormd
ik zal gevormd hebben
» meer vervoegingen van vormen
beslissen
uitgemaakt
uitmaken
beschikken
resolveren
decideren {ww.}