Vertaling van fantaseren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
fantaseren {ww.}
fantaseren {ww.}
ik fantaseer
jij fantaseert
hij/zij/het fantaseert
ik fantaseer
jij fantaseert
hij/zij/het fantaseert
» meer vervoegingen van fantaseren
uit de duim zuigen, fantaseren {ww.}
uit de duim zuigen
fantaseren {ww.}
fantaseren {ww.}
ik fantaseer
jij fantaseert
hij/zij/het fantaseert
ik fantaseer
jij fantaseert
hij/zij/het fantaseert
» meer vervoegingen van fantaseren
fantaseren, zwetsen, kletsen, wauwelen, zwammen, raaskallen, razen, ohaën, ouwehoeren, lullen, o.h.-en, leuteren, ijlen, dazen, keutelen, bazelen {ww.}
fantaseren
zwetsen
kletsen
wauwelen
zwammen
raaskallen
razen
ohaën
ouwehoeren
lullen
o.h.-en
leuteren
ijlen
dazen
keutelen
bazelen {ww.}
zwetsen
kletsen
wauwelen
zwammen
raaskallen
razen
ohaën
ouwehoeren
lullen
o.h.-en
leuteren
ijlen
dazen
keutelen
bazelen {ww.}
ik bazel
jij bazelt
hij/zij/het bazelt
ik fantaseer
jij fantaseert
hij/zij/het fantaseert
» meer vervoegingen van fantaseren
dagdromen, fantaseren {ww.}
dagdromen
fantaseren {ww.}
fantaseren {ww.}
ik dagdroom
jij dagdroomt
hij/zij/het dagdroomt
ik dagdroom
jij dagdroomt
hij/zij/het dagdroomt
» meer vervoegingen van dagdromen