Vertaling van kletsen
konkelen
konkelfoezen
roddelen {ww.}
ik klets
jij kletst
hij/zij/het kletst
ik klets
jij kletst
hij/zij/het kletst
» meer vervoegingen van kletsen
kletsen {ww.}
ik klets
jij kletst
hij/zij/het kletst
ik spreek kwaad
jij spreekt kwaad
hij/zij/het spreekt kwaad
» meer vervoegingen van kwaadspreken
zemelen
snateren
ouwehoeren
meieren
lullen
kletsen {ww.}
ik klets
jij kletst
hij/zij/het kletst
ik wauwel
jij wauwelt
hij/zij/het wauwelt
» meer vervoegingen van wauwelen
klets (mv. kletsen)
klop
slag
tik
veeg {zn.}
kletspraat
prietpraat {zn.}
kleppen
tateren
parlevinken
snappen
snateren
rellen
kakelen
kwetteren
kwekkebekken
kwebbelen
kouten
kletsmeieren
klessebessen
keuvelen
kwekken
kletsen
ratelen {ww.}
ik babbel
jij babbelt
hij/zij/het babbelt
ik babbel
jij babbelt
hij/zij/het babbelt
» meer vervoegingen van babbelen
kletsen
uithalen {ww.}
ik klets
jij kletst
hij/zij/het kletst
ik sla
jij slaat
hij/zij/het slaat
» meer vervoegingen van slaan
zwetsen
kletsen
wauwelen
zwammen
raaskallen
razen
ohaën
ouwehoeren
lullen
o.h.-en
leuteren
ijlen
dazen
keutelen
bazelen {ww.}
ik bazel
jij bazelt
hij/zij/het bazelt
ik fantaseer
jij fantaseert
hij/zij/het fantaseert
» meer vervoegingen van fantaseren
tikje
pets
pats
mep
klets {zn.}
leuterkous
ratel
kwebbel
theetante
wauwelaar
ouwehoer
teut
klessebes
klets
klepzeiker
kakel
babbelkous
lulmeier
kletskont
rebbel
kletskop
teutebel
kletsmajoor
wafel
kletsmeier
klep
kletstante
babbelaar
leuteraar
kwek
kletskous {zn.}
kledder
klets (mv. kletsen)
kwak {zn.}
doorweekt
drijfnat
druipnat
kledder
kleddernat
klets (mv. kletsen)
kletsnat
sliknat
zeiknat {bn.}
apekool
beuzelarij
bullshit
flauwekul
ge-o-ha
gebeuzel
gekakel
gekkenpraat
gekwek
gelul
geneuzel
geouwehoer
geraaskal
gewauwel
gezwam
gezwets
klets (mv. kletsen)
kletskoek
kletspraat
kolder
kul
kwatsch
kwezelarij
larie
lariekoek
leuterkoek
leuterpraat
lulkoek
nonsens
quatsch
wijvenpraat
zever
zottenpraat
dwaasheid
shit
geklets {zn.}