Vertaling van klap
klap
veeg
tik
klop
klets {zn.}
klap
mep
houw
flap {zn.}
slag
klap
tik
schop
houw {zn.}
smak
bons {zn.}
kloppen
meppen
klappen
houwen {ww.}
ik houw
jij houwt
hij/zij/het houwt
ik sla
jij slaat
hij/zij/het slaat
» meer vervoegingen van slaan
kloppen
slaan
opvallen {ww.}
ik klap
jij klapt
hij/zij/het klapt
ik klap
jij klapt
hij/zij/het klapt
» meer vervoegingen van klappen
klappen
kletteren
klikken {ww.}
ik klak
jij klakt
hij/zij/het klakt
ik klak
jij klakt
hij/zij/het klakt
» meer vervoegingen van klakken
klap
schok {zn.}
klap
peer
opflikker
muilpeer
fleer {zn.}
klap {zn.}
klappen {ww.}
ik applaudisseer
jij applaudisseert
hij/zij/het applaudisseert
ik applaudisseer
jij applaudisseert
hij/zij/het applaudisseert
» meer vervoegingen van applaudisseren
klappen {ww.}
ik klap
jij klapt
hij/zij/het klapt
ik praat
jij praat
hij/zij/het praat
» meer vervoegingen van praten
petsen {ww.}
ik klap
jij klapt
hij/zij/het klapt
ik klap
jij klapt
hij/zij/het klapt
» meer vervoegingen van klappen
ik klap
jij klapt
hij/zij/het klapt
ik klap
jij klapt
hij/zij/het klapt
» meer vervoegingen van klappen
klikken {ww.}
ik klap
jij klapt
hij/zij/het klapt
ik klap
jij klapt
hij/zij/het klapt
» meer vervoegingen van klappen