Vertaling van gabber
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
vriend , vriendin , maat , gabber , compagnon , vrind, makker , kornuit , kompaan, kameraad , gezel , deelgenoot, amice {zn.}
vriend
vriendin
maat
gabber
compagnon
vrind
makker
kornuit
kompaan
kameraad
gezel
deelgenoot
amice {zn.}
vriendin
maat
gabber
compagnon
vrind
makker
kornuit
kompaan
kameraad
gezel
deelgenoot
amice {zn.}
Zijn vriendin is Japans.
Zijn vriendin is Japans.
Ze is mijn vriendin.
Ze is mijn vriendin.
man , jongen , meneer , heer , baas , vent , kerel , gast , klant, pik , pief , knaap, gabber , broger, basserool, mannetje , heerschap , manspersoon {zn.}
man
jongen
meneer
heer
baas
vent
kerel
gast
klant
pik
pief
knaap
gabber
broger
basserool
mannetje
heerschap
manspersoon {zn.}
jongen
meneer
heer
baas
vent
kerel
gast
klant
pik
pief
knaap
gabber
broger
basserool
mannetje
heerschap
manspersoon {zn.}
Meneer Ito is een hoogopgeleide man.
Meneer Ito is een hoogopgeleide man.
De man die we vanochtend zagen was meneer Green.
De man die we vanochtend zagen was meneer Green.