Vertaling van goot

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
goot {zn.}
goot {zn.}
Goot {zn.}
Goot {zn.}
watergoot, goot {zn.}
watergoot
goot {zn.}
straatgoot, goot {zn.}
straatgoot
goot {zn.}
goot [m] (de ~) {zn.}
goot [m] (de ~) {zn.}
gieten,  {ww.}
gieten
 {ww.}

ik goot
jij goot
hij/zij/het goot

ik goot
jij goot
hij/zij/het goot
» meer vervoegingen van gieten

gieten, plengen, schenken, storten, vergieten {ww.}
gieten
plengen
schenken
storten
vergieten {ww.}

ik goot
jij goot
hij/zij/het goot

ik goot
jij goot
hij/zij/het goot
» meer vervoegingen van gieten

bevloeien, gieten, begieten, sproeien, besproeien, wateren, water geven {ww.}
bevloeien
gieten
begieten
sproeien
besproeien
wateren
water geven {ww.}

ik begoot
jij begoot
hij/zij/het begoot

ik bevloeide
jij bevloeide
hij/zij/het bevloeide
» meer vervoegingen van bevloeien

gieten, sauzen, stortregenen {ww.}
gieten
sauzen
stortregenen {ww.}

ik goot
jij goot
hij/zij/het goot

ik goot
jij goot
hij/zij/het goot
» meer vervoegingen van gieten

gieten, afgieten {ww.}
gieten
afgieten {ww.}

ik goot af
jij goot af
hij/zij/het goot af

ik goot
jij goot
hij/zij/het goot
» meer vervoegingen van gieten

Goot {zn.}
Goot {zn.}
afvoergoot, goot [m] (de ~) {zn.}
afvoergoot
goot [m] (de ~) {zn.}
dakgoot [m] (de ~), goot {zn.}
dakgoot [m] (de ~)
goot {zn.}


Gerelateerd aan goot

Goot - watergoot - straatgoot - gieten - - plengen - schenken - storten - vergieten - bevloeien - begieten - sproeien - besproeien - wateren - water gevengeul - Teutoon - afvoerbuis