Vertaling van ingespannen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
ingespannen {bn.}
ingespannen {bn.}
gespannen, ingespannen, pakkend, spannend, strak {bn.}
gespannen
ingespannen
pakkend
spannend
strak {bn.}
spannen, voorspannen, optuigen, tuigen, inspannen, bespannen {ww.}
spannen
voorspannen
optuigen
tuigen
inspannen
bespannen {ww.}

ik heb bespannen
ik had bespannen
ik zal bespannen hebben

ik heb gespannen
ik had gespannen
ik zal gespannen hebben
» meer vervoegingen van spannen

Men moet het paard niet achter de wagen spannen.
Men moet het paard niet achter de wagen spannen.
aandachtig, geconcentreerd, ingespannen, oplettend, opmerkzaam, perceptief, attent {bn.}
aandachtig
geconcentreerd
ingespannen
oplettend
opmerkzaam
perceptief
attent {bn.}
inleggen, inschakelen, charteren, inspannen, inzetten {ww.}
inleggen
inschakelen
charteren
inspannen
inzetten {ww.}

ik heb gecharterd
jij hebt gecharterd
hij/zij/het heeft gecharterd

ik heb ingelegd
jij hebt ingelegd
hij/zij/het heeft ingelegd
» meer vervoegingen van inleggen

weren, inspannen {ww.}
weren
inspannen {ww.}

ik heb ingespannen
ik had ingespannen
ik zal ingespannen hebben

ik heb geweerd
ik had geweerd
ik zal geweerd hebben
» meer vervoegingen van weren

inspannen, ploegen, sloven, sappelen, ploeteren, beulen {ww.}
inspannen
ploegen
sloven
sappelen
ploeteren
beulen {ww.}

ik heb gebeuld
ik had gebeuld
ik zal gebeuld hebben

ik heb ingespannen
ik had ingespannen
ik zal ingespannen hebben
» meer vervoegingen van inspannen

spannen, inspannen {ww.}
spannen
inspannen {ww.}

ik heb ingespannen
jij hebt ingespannen
hij/zij/het heeft ingespannen

ik heb gespannen
jij hebt gespannen
hij/zij/het heeft gespannen
» meer vervoegingen van spannen