Vertaling van kosten
hij/zij/het kost
zij kosten
hij/zij/het kost
zij kosten
» meer vervoegingen van kosten
hij/zij/het kost
zij kosten
hij/zij/het kost
zij kosten
» meer vervoegingen van kosten
onkosten {zn.}
vereisen
eisen
vergen
gebieden {ww.}
ik eis
jij eist
hij/zij/het eist
ik vereis
jij vereist
hij/zij/het vereist
» meer vervoegingen van vereisen
voedsel
voer
voedingsmiddel
voeder
voeding {zn.}
worden
komen
maken
kosten
belopen
bedragen {ww.}
hij/zij/het bedraagt
zij bedragen
ik beloop
hij/zij/het is
zij zijn
ik ben
» meer vervoegingen van zijn
kosten {zn.}
kost (mv. kosten)
voedsel
spijs
voeding
vreten
etenswaar
eetwaar {zn.}
levensonderhoud
subsistentie
bestaan
onderhoud {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
Hij berekende de kosten.
Hij berekende de kosten.
Dat zal € 30,- kosten.
Dat zal € 30,- kosten.
De sigaren kosten twee mark.
De sigaren kosten twee mark.
Het zal meer dan duizend yen kosten.
Het zal meer dan duizend yen kosten.
Volgens de laagste schatting zal dat dertigduizend jen kosten.
Volgens de laagste schatting zal dat dertigduizend jen kosten.
Het zou me te veel tijd kosten om je uit te leggen waarom dat niet gaat werken.
Het zou me te veel tijd kosten om je uit te leggen waarom dat niet gaat werken.
In het begin konden we de eindjes aan elkaar knopen maar na verloop van tijd konden we onze kosten niet meer dekken.
In het begin konden we de eindjes aan elkaar knopen maar na verloop van tijd konden we onze kosten niet meer dekken.