Vertaling van kwak

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
kwak {zn.}
kwak {zn.}
De koe zegt "boe", de haan zegt "kukelekuu", het varken zegt "knor", de eend zegt "kwak" en de kat zegt "miauw".
De koe zegt "boe", de haan zegt "kukelekuu", het varken zegt "knor", de eend zegt "kwak" en de kat zegt "miauw".
kwak, klodder {zn.}
kwak
klodder {zn.}
kwak {zn.}
kwak {zn.}
kwak, kwakkie [o] {zn.}
kwak
kwakkie [o] {zn.}
kwak [m] (de ~), kledder [m] (de ~), klets, klodder [m] (de ~) {zn.}
kwak [m] (de ~)
kledder [m] (de ~)
klets
klodder [m] (de ~) {zn.}
kwak, nachtreiger {zn.}
kwak
nachtreiger {zn.}
kwak {zn.}
kwak {zn.}
kwak {zn.}
kwak {zn.}
kwakken, ploffen {ww.}
kwakken
ploffen {ww.}

ik kwak
jij kwakt
hij/zij/het kwakt

ik kwak
jij kwakt
hij/zij/het kwakt
» meer vervoegingen van kwakken

kwakken, slingeren, smijten {ww.}
kwakken
slingeren
smijten {ww.}

ik kwak
jij kwakt
hij/zij/het kwakt

ik kwak
jij kwakt
hij/zij/het kwakt
» meer vervoegingen van kwakken

hoop [m] (de ~), bende [m] (de ~), berg [m] (de ~), kwak, lading [v] (de ~), massa [m] (de ~), schep, stelletje, stoot [m] (de ~), troep, veelheid [v] (de ~), vracht, zooi [m] (de ~), zwik [m] (de ~), pak [o] (het ~), smak [m] (de ~), bom, bulk [m] (de ~), sjees [m] (de ~), boel [m] (de ~) {zn.}
hoop [m] (de ~)
bende [m] (de ~)
berg [m] (de ~)
kwak
lading [v] (de ~)
massa [m] (de ~)
schep
stelletje
stoot [m] (de ~)
troep
veelheid [v] (de ~)
vracht
zooi [m] (de ~)
zwik [m] (de ~)
pak [o] (het ~)
smak [m] (de ~)
bom
bulk [m] (de ~)
sjees [m] (de ~)
boel [m] (de ~) {zn.}
bliksemen, donderen, jenzen, keilen, kieperen, kogelen, kukelen, mikken, plompen, zwiepen, gooien, lazeren, kegelen, knikkeren, kwakken, werpen, flikkeren {ww.}
bliksemen
donderen
jenzen
keilen
kieperen
kogelen
kukelen
mikken
plompen
zwiepen
gooien
lazeren
kegelen
knikkeren
kwakken
werpen
flikkeren {ww.}

ik bliksem
jij bliksemt
hij/zij/het bliksemt

ik bliksem
jij bliksemt
hij/zij/het bliksemt
» meer vervoegingen van bliksemen

kwakken {ww.}
kwakken {ww.}

ik kwak
jij kwakt
hij/zij/het kwakt

ik kwak
jij kwakt
hij/zij/het kwakt
» meer vervoegingen van kwakken



Gerelateerd aan kwak

klodder - kwakkie - kledder - klets - nachtreiger - kwakken - ploffen - slingeren - smijten - hoop - bende - berg - lading - massa - schephoeveelheid - reiger - geluidje - vissersboot - verplaatsen - vallen