Vertaling van ploffen
kwakken {ww.}
ik kwak
jij kwakt
hij/zij/het kwakt
ik plof
jij ploft
hij/zij/het ploft
» meer vervoegingen van ploffen
knallen {ww.}
ik knal
jij knalt
hij/zij/het knalt
ik plof
jij ploft
hij/zij/het ploft
» meer vervoegingen van ploffen
ik plof
jij ploft
hij/zij/het ploft
ik plof
jij ploft
hij/zij/het ploft
» meer vervoegingen van ploffen
ik plof
jij ploft
hij/zij/het ploft
ik plof
jij ploft
hij/zij/het ploft
» meer vervoegingen van ploffen
ik plof
jij ploft
hij/zij/het ploft
ik plof
jij ploft
hij/zij/het ploft
» meer vervoegingen van ploffen
ik plof
jij ploft
hij/zij/het ploft
ik plof
jij ploft
hij/zij/het ploft
» meer vervoegingen van ploffen
flikkeren
donderen
mieteren
lazeren
sodemieteren
ploffen
neerkletteren
kukelen
kletteren
duvelen
bliksemen {ww.}
ik bliksem
jij bliksemt
hij/zij/het bliksemt
ik val
jij valt
hij/zij/het valt
» meer vervoegingen van vallen
exploderen
ploffen {ww.}
hij/zij/het explodeert
zij exploderen
ik ontplof
hij/zij/het ontploft
zij ontploffen
ik ontplof
» meer vervoegingen van ontploffen