Vertaling van ontlasten
ik ontlast
jij ontlast
hij/zij/het ontlast
ik ontlast
jij ontlast
hij/zij/het ontlast
» meer vervoegingen van ontlasten
ik ontlast
jij ontlast
hij/zij/het ontlast
ik ontlast
jij ontlast
hij/zij/het ontlast
» meer vervoegingen van ontlasten
ik ontlast
jij ontlast
hij/zij/het ontlast
ik ontlast
jij ontlast
hij/zij/het ontlast
» meer vervoegingen van ontlasten
ik ontlast
jij ontlast
hij/zij/het ontlast
ik ontlast
jij ontlast
hij/zij/het ontlast
» meer vervoegingen van ontlasten
beren
afgaan
uitkakken
uitschijten
uitpoepen
schijten
ontlasten
keutelen
kakken
bouten
poepen {ww.}
ik ga af
jij gaat af
hij/zij/het gaat af
ik druk
jij drukt
hij/zij/het drukt
» meer vervoegingen van drukken
ontheffen
ontlasten
dispenseren
dechargeren
absolveren
vrijstellen {ww.}
ik absolveer
jij absolveert
hij/zij/het absolveert
ik ontsla
jij ontslaat
hij/zij/het ontslaat
» meer vervoegingen van ontslaan