Vertaling van stijl

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
stijl {zn.}
stijl {zn.}
De auteur heeft een mooie stijl.
De auteur heeft een mooie stijl.
stijl, trant {zn.}
stijl
trant {zn.}
post, stijl, paal, deurpost [m] {zn.}
post
stijl
paal
deurpost [m] {zn.}
Door onoplettendheid botste ze met haar auto tegen de paal.
Door onoplettendheid botste ze met haar auto tegen de paal.
Alsjeblieft denk eraan dat je deze brief post.
Alsjeblieft denk eraan dat je deze brief post.
stijl [m] (de ~), vormgeving [v] (de ~) {zn.}
stijl [m] (de ~)
vormgeving [v] (de ~) {zn.}
stijl {zn.}
stijl {zn.}
stijl {zn.}
stijl {zn.}
stijl, spijl [m] (de ~) {zn.}
stijl
spijl [m] (de ~) {zn.}
stijl, klasse [v] (de ~) {zn.}
stijl
klasse [v] (de ~) {zn.}
post [m] (de ~), stijl {zn.}
post [m] (de ~)
stijl {zn.}
De secretaresse opende de post welke die ochtend geleverd was.
De secretaresse opende de post welke die ochtend geleverd was.
Vergeet niet de brief op de post te doen.
Vergeet niet de brief op de post te doen.
aanpak [m] (de ~), stijl [m] (de ~) {zn.}
aanpak [m] (de ~)
stijl [m] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan stijl

trant - post - paal - deurpost - vormgeving - spijl - klasse - aanpakwijze - stroming - deel - staaf - aanpak - balk - gedrag