Vertaling van straffen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
straffen, bestraffen {ww.}
straffen
bestraffen {ww.}

ik bestraf
jij bestraft
hij/zij/het bestraft

ik straf
jij straft
hij/zij/het straft
» meer vervoegingen van straffen

We zullen je straffen in de naam van de Maan!
We zullen je straffen in de naam van de Maan!
Indien de leerling beter zijn les kende, zou de leraar hem niet straffen.
Indien de leerling beter zijn les kende, zou de leraar hem niet straffen.
straffen, aanpakken, bestraffen {ww.}
straffen
aanpakken
bestraffen {ww.}

ik pak aan
jij pakt aan
hij/zij/het pakt aan

ik straf
jij straft
hij/zij/het straft
» meer vervoegingen van straffen

Door er één te straffen, kan men er honderd tot beter inzicht brengen
Door er één te straffen, kan men er honderd tot beter inzicht brengen
Het is duidelijk dat de Amerikanen hun eigen probleem niet eens kunnen oplossen, dus hoe kunnen ze zichzelf bekwaam achten voor het aanpakken van problemen in de rest…
Het is duidelijk dat de Amerikanen hun eigen probleem niet eens kunnen oplossen, dus hoe kunnen ze zichzelf bekwaam achten voor het aanpakken van problemen in de rest…
straf (mv. straffen), bestraffing [v] {zn.}
straf (mv. straffen)
bestraffing [v] {zn.}
Tieners zijn Gods straf voor seks.
Tieners zijn Gods straf voor seks.
Geen straf zonder wetten
Geen straf zonder wetten
fiks, geducht, krachtig, sterk, straf (mv. straffen), zwaar {bn.}
fiks
geducht
krachtig
sterk
straf (mv. straffen)
zwaar {bn.}
bar, duchtig, hard, straf (mv. straffen), streng, zwaar {bn.}
bar
duchtig
hard
straf (mv. straffen)
streng
zwaar {bn.}
straf [m] (de ~), bestraffing [v] (de ~), afstraffing [v] (de ~) {zn.}
straf [m] (de ~)
bestraffing [v] (de ~)
afstraffing [v] (de ~) {zn.}
Er is geen misdaad, (dus) geen straf als er geen voorafgaande (straf)wettelijke bepaling is
Er is geen misdaad, (dus) geen straf als er geen voorafgaande (straf)wettelijke bepaling is
De straf kan verminderen, de schuld zal eeuwig zijn
De straf kan verminderen, de schuld zal eeuwig zijn
straf (mv. straffen), crime [m] (de ~) {zn.}
straf (mv. straffen)
crime [m] (de ~) {zn.}
Romans go home" uit Monty Python's Life of Brian. Terwijl hij "Romanes eunt domus" op de muur schrijft, wordt hij gesnapt door een Romeinse centurion, die hem voor straf
Romans go home" uit Monty Python's Life of Brian. Terwijl hij "Romanes eunt domus" op de muur schrijft, wordt hij gesnapt door een Romeinse centurion, die hem voor straf
hevig, sterk, hard, zwaar, ernstig, fel, stevig, erg, heftig, krachtig, straf (mv. straffen), vurig, vet {bn.}
hevig
sterk
hard
zwaar
ernstig
fel
stevig
erg
heftig
krachtig
straf (mv. straffen)
vurig
vet {bn.}
streng, gebiedend, gestreng, straf (mv. straffen) {bn.}
streng
gebiedend
gestreng
straf (mv. straffen) {bn.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

We zullen je straffen in de naam van de Maan!

We zullen je straffen in de naam van de Maan!

Indien de leerling beter zijn les kende, zou de leraar hem niet straffen.

Indien de leerling beter zijn les kende, zou de leraar hem niet straffen.

Door er één te straffen, kan men er honderd tot beter inzicht brengen

Door er één te straffen, kan men er honderd tot beter inzicht brengen


Gerelateerd aan straffen

bestraffen - aanpakken - straf - bestraffing - fiks - geducht - krachtig - sterk - zwaar - bar - duchtig - hard - streng - afstraffing - crimebejegenen - maatregel - ervaring