Vertaling van voorvallen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
gebeuren, voorkomen, geschieden, vóórkomen, voorvallen, aan de hand zijn {ww.}
gebeuren
voorkomen
geschieden
vóórkomen
voorvallen
aan de hand zijn {ww.}

hij/zij/het zal gebeuren
hij/zij/het zal gebeuren
zij zult gebeuren

hij/zij/het zal gebeuren
hij/zij/het zal gebeuren
zij zult gebeuren
» meer vervoegingen van gebeuren

Dat zal niet gebeuren.
Dat zal niet gebeuren.
Zoiets kan in Japan niet gebeuren.
Zoiets kan in Japan niet gebeuren.
voorkomen, voordoen, optreden, voorvallen {ww.}
voorkomen
voordoen
optreden
voorvallen {ww.}

ik zal optreden
ik zou optreden
jij zult optreden

ik zal voorkomen
ik zou voorkomen
jij zult voorkomen
» meer vervoegingen van voorkomen

Aardbevingen kunnen zich op elk moment voordoen.
Aardbevingen kunnen zich op elk moment voordoen.
Er kan zich een bepaald probleem voordoen.
Er kan zich een bepaald probleem voordoen.
zaak [m] (de ~), voorval [o] (het ~) {zn.}
zaak [m] (de ~)
voorval [o] (het ~) {zn.}
Zaak opgelost!
Zaak opgelost!
De zaak wordt gesloten.
De zaak wordt gesloten.


Gerelateerd aan voorvallen

gebeuren - voorkomen - geschieden - vóórkomen - aan de hand zijn - voordoen - optreden - zaak - voorvalpasseren - gebeurtenis