Betekenis van:
uitleggen
uitleggen
Werkwoord
- toelichten; uitleggen; uitleggen
"iemand een situatie uitleggen"
"(aan) iemand uitleggen dat..."
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
uitleggen
Werkwoord
- groter, langer of ruimer maken
"een broek/jas uitleggen"
Hyperoniemen
uitleggen
Werkwoord
- iets doen begrijpen
"De leraar ging de leerstof aan de leerlingen uitleggen."
uitleggen
Werkwoord
- iets groter, langer of ruimer maken
"Hij zou dat kledingstuk voor ons uitleggen."
uitleggen
Werkwoord
- iets leggend uitspreiden
"Zij ging gisteren de loper uitleggen voor de directeur van het bedrijf."
uitleggen
Werkwoord
- in zijn volle grootte uitleggen
"Je moet het grootzeil eerst helemaal uitleggen en dan weer opvouwen."
Synoniemen
Hyperoniemen
uitleggen
Werkwoord
- uitleggen, verklaren naar de innerlijke bedoeling
"de bijbel uitleggen"
"zijn zwijgen uitleggen als boosheid"
Synoniemen
Hyperoniemen
uitleggen
Werkwoord
- Synoniem (spreekwoord): (iets) uit de doeken doen
uitleg (de ~ | meervoud uitleggen)
Zelfstandig naamwoord
- woorden ter verheldering; opheldering; uitleg; het van motief voorzien
"voor verkeerde uitleg vatbaar zijn"
"een uitleg geven aan iets"