Betekenis van:
denken

denken
Werkwoord
  • een plan maken, hebben
"ik denk erover te stoppen met roken"
"hoe denk je erover?"

Hyperoniemen

denken
Werkwoord
  • oordelen; als mening hebben; als mening hebben
"ik denk van niet"
"wat denk je ervan?"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

denken
Werkwoord
  • in gedachte nemen; je gedachten ergens over laten gaan
"daar moet ik nog eens over/aan denken"
"aan/over iets denken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

denken
Werkwoord
  • (intransitief) een oplossing proberen zoeken
denken
Werkwoord
  • biologisch proces in de hersenen
denken
Werkwoord
  • een bepaalde mening toegedaan zijn

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Weinig mensen denken zo.
  2. De meeste mensen denken dat.
  3. Wat denken jullie van oorlog?
  4. Ik kan niet anders denken.
  5. Ik kan niet aan alles denken.
  6. We denken dat hij eerlijk is.
  7. U doet me denken aan uw moeder.
  8. Je doet me denken aan mijn moeder.
  9. Ik moet aan mijn kinderen denken.
  10. We denken dat het ergste voorbij is.
  11. Dat liedje doet me aan thuis denken.
  12. Wil iemand denken aan de kinderen!
  13. Verwacht niet dat anderen voor jou denken.
  14. Jouw ogen doen me denken aan sterren.
  15. We denken dat hij zal komen.