Vertaling van charge up

Inhoud:

Engels
Nederlands
to charge, to levy {ww.}
in rekening brengen
berekenen 

I charge
you charge
we charge

ik bereken
jij berekent
wij berekenen
» meer vervoegingen van berekenen

to charge, to load {ww.}
laden 

I charge
you charge
we charge

ik laad
jij laadt
wij laden
» meer vervoegingen van laden

to accuse, to blame, to charge, to fault, to incriminate {ww.}
betichten
beschuldigen 

I charge
you charge
we charge

ik beticht
jij beticht
wij betichten
» meer vervoegingen van betichten

to assault, to storm, to charge, to rush {ww.}
bestormen 

I charge
you charge
we charge

ik bestorm
jij bestormt
wij bestormen
» meer vervoegingen van bestormen

to accuse, to allege, to charge {ww.}
beschuldigen 
betichten
aanklagen 

I charge
you charge
we charge

ik beschuldig
jij beschuldigt
wij beschuldigen
» meer vervoegingen van beschuldigen

to entrust, to assign, to charge, to commision, to instruct, to appoint, to authorize {ww.}
opdracht geven 
opdragen 
belasten met

I charge
you charge
we charge

ik draag op
jij draagt op
wij dragen op
» meer vervoegingen van opdragen

to demand, to postulate, to require, to charge, to claim, to dictate, to exact, to mandate, to assert {ww.}
vereisen
vorderen
voorschrijven
vergen
rekenen 
opeisen
eisen 

I charge
you charge
we charge

ik vereis
jij vereist
wij vereisen
» meer vervoegingen van vereisen

Industrial countries require a lot of skilled labor.
Industriële landen vereisen veel behendige arbeid.
to burden, to load, to charge {ww.}
laden 
beladen 
belasten 
inladen

I charge
you charge
we charge

ik laad
jij laadt
wij laden
» meer vervoegingen van laden

to agitate, to charge, to charge up, to commove, to excite, to rouse, to turn on {ww.}
opwarmen
to agitate, to charge, to charge up, to commove, to excite, to rouse, to turn on {ww.}
agiteren


Gerelateerd aan charge up

charge - levy - load - accuse - blame - fault - incriminate - assault - storm - rush - allege - entrust - assign - commision - instructchange - act