Vertaling van coming from

Inhoud:

Engels
Nederlands
a native of, coming from {vz.}
afkomstig uit
to advance, to approach, to come on, to come, to accost {ww.}
gaan naar
benaderen 
naderen 
genaken
aanpakken 
We're going to the movies. Come with us.
We gaan naar de film. Kom gezellig mee.
to come, to derive, to originate, to result, to accrue, to stem, to spring {ww.}
voortkomen
het gevolg zijn van
ontspruiten
afstammen 
to have an orgasm, to come {ww.}
een orgasme krijgen
klaarkomen
to come {ww.}
komen 
Dreams sometimes come true.
Soms komen dromen uit.
Dreams come true.
Dromen komen uit.
to arrive, to come, to get {ww.}
komen
binnenkomen
aankomen
arriveren
The letter will arrive tomorrow.
De brief zal morgen aankomen.
Might I come in?
Mag ik binnenkomen?
to come, to derive, to descend {ww.}
spruiten
afstammen
to come {ww.}
komen
klaarkomen
She will come soon.
Ze zal straks komen.
Will the police come?
Zal de politie komen?
to come, to do, to fare, to get along, to make out {ww.}
redden

Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Where are you coming from?

Waar kom je vandaan?

I'm coming from the garden.

Ik kom uit de tuin.

In addition, the heat coming from the engine to the coolant and from the coolant to the radiator is reduced.

Bovendien wordt de warmte die van de motor naar het koelmiddel en van het koelmiddel naar de radiator gaat, verminderd.


Gerelateerd aan coming from

a native of - advance - approach - come on - come - accost - derive - originate - result - accrue - stem - spring - have an orgasm - arrive - getdisplace - arise - gratify - can