Vertaling van meeting

Inhoud:

Engels
Nederlands
meeting, session {zn.}
vergadering [v]
zitting [v]
She's at a meeting.
Ze is in een vergadering.
I have a meeting today.
Ik heb vandaag een vergadering.
meeting, political meeting, mass meeting {zn.}
meeting [v]
encounter, meeting {zn.}
ontmoeting [v]
That was our first encounter.
Dat was onze eerste ontmoeting.
Their meeting was inevitable.
Hun ontmoeting was onvermijdbaar.
gathering, meeting, assembly {zn.}
vergadering [v]
bijeenkomst  [v]
samenkomst
meeting [v]
Are you going to attend the meeting?
Komt u naar de bijeenkomst?
Tom almost forgot about the meeting.
Tom vergat bijna de bijeenkomst.
to come across, to encounter, to meet {ww.}
aantreffen 
ontmoeten 
tegemoet treden
tegenkomen
treffen 

I am meeting

to accomplish, to achieve, to keep, to observe, to perform, to exercise, to fulfil, to meet, to execute, to abide, to abide by {ww.}
nakomen
naleven
uitvoeren 
verrichten
vervullen
voltrekken

I am meeting

to meet {ww.}
vergaderen
zitting houden

I am meeting

to assemble, to congregate, to gather, to meet, to convene {ww.}
bijeenkomen 
samenkomen
vergaderen

I am meeting

to meet {ww.}
elkaar tegenkomen
elkaar ontmoeten

I am meeting

to meet, to assemble {ww.}
afspreken 

I am meeting

to meet, to pick up, to take up {ww.}
afhalen
ophalen
komen halen

I am meeting

get together, meeting {zn.}
beraadslagingen
dialoog [m] (de ~)
beraadslaging [v] (de ~)
overleg [o] (het ~)
group meeting, meeting {zn.}
conferentie [v] (de ~)
get together, meeting {zn.}
huisvergadering
confluence, meeting {zn.}
samenloop [m] (de ~)
encounter, meeting {zn.}
ontmoeting [v] (de ~)
treffen [o] (het ~)
The meeting took place yesterday.
De ontmoeting had gisteren plaats.
We had a secret meeting.
Wij hadden een geheime ontmoeting.
group meeting, meeting {zn.}
vergadering [v] (de ~)
conventie [v] (de ~)
convent [o] (het ~)
Kate didn't attend the meeting.
Kate heeft de vergadering niet bijgewoond.
It was a very long meeting.
Het was een erg lange vergadering.
coming together, meeting {zn.}
vergadering [v] (de ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

She's at a meeting.

Ze is in een vergadering.

How about meeting today?

Zouden we vandaag een afspraak maken?

Their meeting was inevitable.

Hun ontmoeting was onvermijdbaar.

I have a meeting today.

Ik heb vandaag een vergadering.

We had a secret meeting.

Wij hadden een geheime ontmoeting.

Kate didn't attend the meeting.

Kate heeft de vergadering niet bijgewoond.

The meeting took place yesterday.

De ontmoeting had gisteren plaats.

I remember meeting her somewhere.

Ik heb de indruk dat ik haar al ergens ontmoet heb.

Peter doesn't need to attend the meeting.

Peter hoeft de vergadering niet bij te wonen.

I look forward to meeting you.

Ik kijk er naar uit om je te ontmoeten.

It was a very long meeting.

Het was een erg lange vergadering.

We advanced the date of the meeting.

We hebben de datum van de vergadering uitgesteld.

I remember meeting him in Paris.

Ik weet nog dat ik hem in Parijs ontmoet heb.

Are you going to attend the meeting?

Komt u naar de bijeenkomst?

I've been looking forward to meeting you.

Ik kijk ernaar uit u te ontmoeten.