Vertaling van bezorgen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
brengen, aanbrengen, bezorgen, aandragen {ww.}
brengen
aanbrengen
bezorgen
aandragen {ww.}

ik breng aan
jij brengt aan
hij/zij/het brengt aan

ik breng
jij brengt
hij/zij/het brengt
» meer vervoegingen van brengen

Oorlogen brengen littekens.
Oorlogen brengen littekens.
Ik zal u direct de rekening brengen.
Ik zal u direct de rekening brengen.
bezorgen {ww.}
bezorgen {ww.}

ik bezorg
jij bezorgt
hij/zij/het bezorgt

ik bezorg
jij bezorgt
hij/zij/het bezorgt
» meer vervoegingen van bezorgen

bezorgen {ww.}
bezorgen {ww.}

ik bezorg
jij bezorgt
hij/zij/het bezorgt

ik bezorg
jij bezorgt
hij/zij/het bezorgt
» meer vervoegingen van bezorgen

doen, geven, bezorgen, verschaffen {ww.}
doen
geven
bezorgen
verschaffen {ww.}

ik bezorg
jij bezorgt
hij/zij/het bezorgt

ik doe
jij doet
hij/zij/het doet
» meer vervoegingen van doen

Wat moet ik doen?
Wat moet ik doen?
Laat ons meer doen.
Laat ons meer doen.
leveren, bezorgen, afleveren {ww.}
leveren
bezorgen
afleveren {ww.}

ik lever af
jij levert af
hij/zij/het levert af

ik lever
jij levert
hij/zij/het levert
» meer vervoegingen van leveren

Je kan er rekenen dat we de volgende keer een betere service zullen leveren.
Je kan er rekenen dat we de volgende keer een betere service zullen leveren.


Gerelateerd aan bezorgen

brengen - aanbrengen - aandragen - doen - geven - verschaffen - leveren - afleverenklaarmaken - geven - veroorzaken - brengen