Vertaling van geweld
kraak
geweldpleging {zn.}
rumoer
tumult
rumoerigheid
gedruis {zn.}
gewelddadigheid
bruutheid {zn.}
voortkomen
opborrelen
opwellen
ontspringen {ww.}
ik ben ontsprongen
ik was ontsprongen
ik zal ontsprongen zijn
ik heb geweld
ik had geweld
ik zal geweld hebben
» meer vervoegingen van wellen
wellen {ww.}
ik heb gelast
ik had gelast
ik zal gelast hebben
ik heb gelast
ik had gelast
ik zal gelast hebben
» meer vervoegingen van lassen
wellen {ww.}
ik heb opgekookt
ik had opgekookt
ik zal opgekookt hebben
ik heb opgekookt
ik had opgekookt
ik zal opgekookt hebben
» meer vervoegingen van opkoken
wellen {ww.}
hij/zij/het heeft opgeweld
hij/zij/het had opgeweld
hij/zij/het zal opgeweld hebben
hij/zij/het heeft opgeweld
hij/zij/het had opgeweld
hij/zij/het zal opgeweld hebben
» meer vervoegingen van opwellen
ik heb geweld
ik had geweld
ik zal geweld hebben
ik heb geweld
ik had geweld
ik zal geweld hebben
» meer vervoegingen van wellen
ik heb geweld
ik had geweld
ik zal geweld hebben
ik heb geweld
ik had geweld
ik zal geweld hebben
» meer vervoegingen van wellen
ik heb geweld
ik had geweld
ik zal geweld hebben
ik heb geweld
ik had geweld
ik zal geweld hebben
» meer vervoegingen van wellen
Voorbeelden in zinsverband
We houden niet van geweld.
We houden niet van geweld.
We houden niet van geweld.
We houden niet van geweld.
Geweld is door geweld geveld
Geweld is door geweld geveld
Ze zijn gefascineerd door bloed en geweld.
Ze zijn gefascineerd door bloed en geweld.
Door geweld gedwongen
Door geweld gedwongen
Het volk had de buik vol van het geweld.
Het volk had de buik vol van het geweld.
Moed heeft het geweld overwonnen
Moed heeft het geweld overwonnen
De druppel holt de steen uit, niet met geweld, maar door keer op keer te vallen
De druppel holt de steen uit, niet met geweld, maar door keer op keer te vallen