Vertaling van personen
personen
lieden {zn.}
vent
kerel
sujet
snuiter
knul {zn.}
personage {zn.}
persoon
mens
figuur {zn.}
rechtspersoon {zn.}
persoonsvorm {zn.}
figuur
personage {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
"Voor hoeveel personen?" "Voor drie."
"Voor hoeveel personen?" "Voor drie."
Enkele personen zijn bang voor spinnen.
Enkele personen zijn bang voor spinnen.
Deze maaltijd is genoeg voor twee personen.
Deze maaltijd is genoeg voor twee personen.
Het aantal personen met een hartziekte is toegenomen.
Het aantal personen met een hartziekte is toegenomen.
De volgende personen werden aan de test onderworpen.
De volgende personen werden aan de test onderworpen.
Heeft u een tatami-kamer voor tien personen?
Heeft u een tatami-kamer voor tien personen?
Uw bericht kan niet worden bezorgd bij de volgende personen of distributielijsten.
Uw bericht kan niet worden bezorgd bij de volgende personen of distributielijsten.
Een tafel voor (één persoon/twee personen) alstublieft!
Een tafel voor (één persoon/twee personen) alstublieft!
De Bijbel draagt ons op om onze naasten én onze vijanden lief te hebben; waarschijnlijk omdat dat in het algemeen dezelfde personen zijn.
De Bijbel draagt ons op om onze naasten én onze vijanden lief te hebben; waarschijnlijk omdat dat in het algemeen dezelfde personen zijn.