Vertaling van start
startbaan {zn.}
vertrekpunt {zn.}
ik start
jij start
hij/zij/het start
ik start
jij start
hij/zij/het start
» meer vervoegingen van starten
starten {ww.}
ik start
jij start
hij/zij/het start
ik vertrek
jij vertrekt
hij/zij/het vertrekt
» meer vervoegingen van vertrekken
ik start
jij start
hij/zij/het start
ik start
jij start
hij/zij/het start
» meer vervoegingen van starten
beginnen
starten {ww.}
ik vang aan
jij vangt aan
hij/zij/het vangt aan
ik vang aan
jij vangt aan
hij/zij/het vangt aan
» meer vervoegingen van aanvangen
aanslaan {ww.}
ik sla aan
jij slaat aan
hij/zij/het slaat aan
ik start
jij start
hij/zij/het start
» meer vervoegingen van starten
starten
openen
opvatten {ww.}
ik open
jij opent
hij/zij/het opent
ik start op
jij start op
hij/zij/het start op
» meer vervoegingen van opstarten
Voorbeelden in zinsverband
Ik start morgen.
Ik start morgen.
Laten we van start gaan.
Laten we van start gaan.
Hij werd gediskwalificeerd na een valse start.
Hij werd gediskwalificeerd na een valse start.
Het opslagbestand is beschadigd en kan niet worden gebruikt. Beëindig de game, verwijder de opslagdata en start de game opnieuw op.
Het opslagbestand is beschadigd en kan niet worden gebruikt. Beëindig de game, verwijder de opslagdata en start de game opnieuw op.