Vertaling van volk
natie {zn.}
natie {zn.}
heer
massa
leger
menigte
sleep
legioen
heir
stoet
schare
myriade
mensenzee
mensenmenigte
drom
schaar
legerschaar
horde
meute
mensenmassa {zn.}
volk
lui
lieden {zn.}
bezoek
visite {zn.}
natie {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
Wij zijn het volk.
Wij zijn het volk.
Religie is het opium van het volk.
Religie is het opium van het volk.
Het volk daar is niet zo dom.
Het volk daar is niet zo dom.
Eindelijk luistert de regering naar het volk.
Eindelijk luistert de regering naar het volk.
Religie is het opium van het volk.
Religie is het opium van het volk.
De Chinezen zijn een hardwerkend volk.
De Chinezen zijn een hardwerkend volk.
De Amerikanen zijn een agressief volk.
De Amerikanen zijn een agressief volk.
De Chinezen zijn een hardwerkend volk.
De Chinezen zijn een hardwerkend volk.
Het volk had de buik vol van het geweld.
Het volk had de buik vol van het geweld.
De koning regeerde over zijn volk voor veertig jaar.
De koning regeerde over zijn volk voor veertig jaar.
Wij zijn allen één volk
Wij zijn allen één volk
Om het volk te winnen
Om het volk te winnen
Moge het volk kalm zijn
Moge het volk kalm zijn
Had het Romeinse volk maar één nek
Had het Romeinse volk maar één nek
De senaat en het volk van Rome
De senaat en het volk van Rome