Vertaling van helped
I helped
you helped
he/she/it helped
ik hielp
jij hielp
hij/zij/het hielp
» meer vervoegingen van helpen
I helped
you helped
he/she/it helped
ik hielp
jij hielp
hij/zij/het hielp
» meer vervoegingen van helpen
I helped
you helped
he/she/it helped
ik schonk
jij schonk
hij/zij/het schonk
» meer vervoegingen van schenken
uithalen
I helped
you helped
he/she/it helped
ik hielp
jij hielp
hij/zij/het hielp
» meer vervoegingen van helpen
I helped
you helped
he/she/it helped
ik bediende
jij bediende
hij/zij/het bediende
» meer vervoegingen van bedienen
gerieven
I helped
you helped
he/she/it helped
ik hielp
jij hielp
hij/zij/het hielp
» meer vervoegingen van helpen
I helped
you helped
he/she/it helped
ik hielp
jij hielp
hij/zij/het hielp
» meer vervoegingen van helpen
Voorbeelden in zinsverband
My friend helped me.
Mijn vriend heeft me geholpen.
I helped him yesterday.
Ik heb hem gisteren geholpen.
He helped me move.
Hij hielp me verhuizen.
He helped me to move.
Hij hielp me verhuizen.
It helped me a lot.
Het heeft me veel geholpen.
I helped my father yesterday.
Gisteren heb ik mijn vader geholpen.
I helped him carry his luggage upstairs.
Ik hielp hem zijn bagage naar boven te dragen.
I helped my mother clean the kitchen.
Ik heb mijn moeder de keuken helpen kuisen.
They had once helped each other.
Ze hadden elkaar ooit geholpen.
She helped her father with the work in the garden.
Ze hielp haar vader bij het werk in de tuin.
You should have helped him with his work.
Je had hem met zijn werk moeten helpen.