Betekenis van:
gear

gear
Zelfstandig naamwoord
  • versnelling v.e. sportfiets
  • wheelwork consisting of a connected set of rotating gears by which force is transmitted or motion or torque is changed
"the fool got his tie caught in the geartrain"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

gear
Zelfstandig naamwoord
  • geheel van op elkaar werkende raderen
  • wheelwork consisting of a connected set of rotating gears by which force is transmitted or motion or torque is changed
"the fool got his tie caught in the geartrain"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

gear
Zelfstandig naamwoord
  • het verhogen v.d. snelheid
  • a mechanism for transmitting motion for some specific purpose (as the steering gear of a vehicle)

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

gear
Zelfstandig naamwoord
  • wiel dat beweegt tussen assen; wiel met tanden; wiel dat beweegt tussen assen
  • a toothed wheel that engages another toothed mechanism in order to change the speed or direction of transmitted motion

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

gear
Zelfstandig naamwoord
  • een voorwerp dat is samengesteld uit verschillende onderdelen en een specifieke functie heeft.

Synoniemen

gear
Zelfstandig naamwoord
  • versnelling
  • a mechanism for transmitting motion for some specific purpose (as the steering gear of a vehicle)

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

gear
Zelfstandig naamwoord
  • tandwieloverbrenging, tandradoverbrenging
  • a mechanism for transmitting motion for some specific purpose (as the steering gear of a vehicle)

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

gear
Zelfstandig naamwoord
  • toebehoren, accessoire, accessoires, parafernalia
  • equipment consisting of miscellaneous articles needed for a particular operation or sport etc.

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to gear
Werkwoord
    • set the level or character of

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to gear
    Werkwoord
    • aanpassen, accommoderen
    • adapt or conform oneself to new or different conditions

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen


    Voorbeeldzinnen

    1. Get your gear.
    2. Grab your gear.
    3. Get your ass in gear!
    4. Get your arse into gear!
    5. She rides a fixed gear bike.
    6. A small gear is missing here.
    7. We spent the afternoon cleaning our gear.
    8. Be sure to bring rain gear.
    9. Gear an engine to the front wheels.
    10. The cog-wheels are in gear.
    11. Do you have rain gear with you?
    12. When you get on the highway, shift into fifth gear.
    13. Want of wit is worse than want of gear.
    14. We had to gear our lives to the new circumstances.
    15. Make sure the brain is engaged before putting the mouth in gear.