Betekenis van:
haal
haal (de ~ | meervoud halen)
Zelfstandig naamwoord
- keer dat je haalt; ruk
"met een flinke haal sneed Tijs het net open"
"met iets aan de haal gaan"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
haal (de ~ | meervoud halen)
Zelfstandig naamwoord
- getrokken lijn
"met lange halen schrijven"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
haal
Zelfstandig naamwoord
- een heftige beweging met de gehele arm of poot
"De kat gaf hem een haal in zijn gezicht."
haal
Zelfstandig naamwoord
- een onbeheerste streep met potlood of pen
"De leraar zette een grote haal door de spelfout."