Betekenis van:
ruimen

ruimen
Werkwoord
  • van de wind
"de wind is geruimd"

Hyperoniemen

ruimen
Werkwoord
  • iets leeg- of schoonmaken
"De bedorven lading werd geruimd door deze overboord te zetten."
ruimen
Werkwoord
  • het leegmaken van een graf na een zeker aantal jaren
"Die graven worden na 35 jaar geruimd."
ruimen
Werkwoord
  • uit, van de genoemde plaats weggaan
"het veld ruimen voor iemand anders"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

ruimen
Werkwoord
  • alles wegruimen uit of van
"een graf ruimen"

Synoniemen

Hyperoniemen

ruimen
Werkwoord
  • uit de weg ruimen
"puin ruimen"
"iets uit de weg ruimen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

ruimen
Werkwoord
  • de destructie van een veestapel als maatregel bij een uitbraak van besmettelijke ziekten
ruim (het ~ | meervoud ruimen)
Zelfstandig naamwoord
  • ruimte voor te vervoeren goederen; bergruimte in een schip

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Ze beloofde me dat ze mijn kamer op zou ruimen.
  2. Ik ben drie dagen bezig geweest om de kamer op te ruimen.
  3. Voor ruimen
  4. Tegen ruimen
  5. 50 % ruimen
  6. het ruimen van bouwterreinen;
  7. Ruimen van bouwterrein
  8. gereedschap voor het ruimen
  9. 50 % ruimen; 50 % genotypering
  10. Ruimen door explosie
  11. Ruimen van bouwterreinen
  12. Verwacht aantal te ruimen beslagen
  13. Gereedschap voor het ruimen (metalen)
  14. gereedschap voor het ruimen of kotteren
  15. Verwacht aantal te ruimen koppels (a)