Betekenis van:
weten

weten
Werkwoord
  • slagen in iets; gedaan krijgen
"[iets] weten te [doen]"

Synoniemen

Hyperoniemen

weten
Werkwoord
  • kennis hebben van
"wat niet weet wat niet deert"
"iets te weten komen (over iets)"

Hyperoniemen

weten
Werkwoord
  • ergens kennis van hebben
"Hoe kun je dat nou weten als die stof nog nooit behandeld is?"
weten
Werkwoord
  • meervoud tegenwoordige tijd van Nederlands|weten
"Wij weten erg veel."
weten
Werkwoord
  • toekomende tijd enkelvoud en meervoud van Nederlands|weten
"Jullie zullen het gaan weten..."
weten
Werkwoord
  • ''~ te'': erin slagen
"Hij wist zijn vader zover te krijgen hem dat geld te geven."
weten
Werkwoord
  • de samenhang doorzien in
"Zodra je weet wat het inhoudt kun je pas een keuze maken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

weten
Werkwoord
  • de kracht of macht bezitten iets te doen
"ergens iets op weten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Niemand kan alles weten.
  2. Weten ze over ons?
  3. Iedereen moet het weten.
  4. Laat het ons weten alsjeblieft.
  5. Je wil het niet weten!
  6. Je zou beter moeten weten.
  7. Ik wil niks weten over Tom.
  8. Wij tweeën weten dat jullie tweeën liegen.
  9. Dit is wat we willen weten.
  10. Ze wil weten wie de bloemen stuurde.
  11. Ik wil hier niets over weten.
  12. Weten jullie van wie deze auto is?
  13. Waarom wilt ge weten waaraan ik denk?
  14. Hij is zeker weten geen heer.
  15. We zullen weldra de waarheid weten.