Betekenis van:
slagen

slagen
Werkwoord
  • goed aflopen
"Ondanks het regenachtige weer wisten ze de dag toch nog te laten slagen."
slagen
Werkwoord
  • het examen succesvol beëindigen
"Van onze eindexamenleerlingen is 98% geslaagd en 2% gezakt."
slagen
Werkwoord
  • ''~ in'': iets bereiken
"Hij is erin geslaagd om het apparaat weer werkzaam te maken."
slagen
Werkwoord
  • met succes doen
"in je vak/streven/opzet slagen"
"erin slagen (om) je overal geliefd te maken"

Hyperoniemen

Hyponiemen

slagen
Werkwoord
  • slagen in iets; gedaan krijgen

Synoniemen

Hyperoniemen

slag (de ~ | meervoud slagen)
Zelfstandig naamwoord
  • winding van touw of draad
"een slag om de arm houden"
"de slagen van een zwachtel moeten over elkaar sluiten"

Synoniemen

Hyperoniemen

slag (de ~ | meervoud slagen)
Zelfstandig naamwoord
  • zet bij dammen
"op slag staande stukken"

Hyperoniemen

slag (de ~ | meervoud slagen)
Zelfstandig naamwoord
  • gewonnen ronde bij kaarten; slag
"alle slagen halen"
"die slag is voor jou"

Synoniemen

Hyperoniemen

slag (de ~ | meervoud slagen)
Zelfstandig naamwoord
  • draaiing van een voorwerp om zijn as
"vrije slag"
"één slag vooruit, achteruit"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

slag (de ~ | meervoud slagen)
Zelfstandig naamwoord
  • rampzalige ervaring, zwaar verlies
"de slagen van het noodlot"
"een harde/gevoelige slag"

Synoniemen

Hyperoniemen

slag (het ~ | meervoud slagen)
Zelfstandig naamwoord
  • perceel dat verkocht wordt
"tien slagen op het veld staande haver"

Hyperoniemen

slag (het ~ | meervoud slagen)
Zelfstandig naamwoord
  • duivenhok op een paal of boven een gebouw uitstekend

Synoniemen

Hyperoniemen

slag (de ~ | meervoud slagen)
Zelfstandig naamwoord
  • keer dat iets slaat
"het is op slag van zessen/rust"
"van slag zijn"

Hyperoniemen

Hyponiemen

slag (de ~ | meervoud slagen)
Zelfstandig naamwoord
  • beweging als v.e. golf; golvende beweging
"een slag in je wiel hebben"
"slag in je haar hebben"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

slag (de ~ | meervoud slagen)
Zelfstandig naamwoord
  • gerichte slaande beweging
"zonder slag of stoot"
"op slag komen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

slag (de ~ | meervoud slagen)
Zelfstandig naamwoord
  • botsing tussen legers
"slag leveren"
"de slag om [Arnhem]"

Hyperoniemen

Hyponiemen

slag (de ~ | meervoud slagen)
Zelfstandig naamwoord
  • arm-, been- of roeibeweging
"de vrije slag"
"ferme/lange slagen"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Hij wilde slagen.
  2. Ik denk dat hij zal slagen.
  3. Hij is begerig om te slagen.
  4. Hij wou slagen, zelfs ten koste van zijn gezondheid.
  5. Soms moet je falen voordat je kunt slagen.
  6. Hij zou voor het examen kunnen slagen, toch?
  7. passende bevestigings- of andere in te slagen elementen die met de machine kunnen worden gebruikt,
  8. De Commissie gaat ervan uit dat de privatisering van de bank voldoende kans van slagen heeft.
  9. Toezichthoudende lichamen die er niet in slagen de geldende veiligheidsnormen te doen naleven.
  10. de twist in de kabel moet minder dan 5 toeren (slagen) per meter bedragen;
  11. uitsluitend indien het beroep of het bezwaar een kans van slagen heeft.
  12. Om de ernst van de offertes te waarborgen, moet de op te slagen minimumhoeveelheid worden bepaald.
  13. De piloot moet voor een checkvlucht slagen alvorens hij als gezagvoerder dienst kan doen.
  14. Volgens Oostenrijk was een hoge verkoopprijs onvermijdelijk voor het slagen van de herstructurering en het voortbestaan van de bank.
  15. Slovenië diende vijfjaars bedrijfsprognoses in waaruit blijkt dat Novoles Straža dankzij het herstructureringsplan erin zal slagen haar levensvatbaarheid te herstellen.