Vertaling van accredit
						Inhoud:
						
Engels
Nederlands
I accredit
you accredit
we accredit
ik accrediteer
jij accrediteert
wij accrediteren
			 					» meer vervoegingen van accrediteren
		 					
to accredit, to ascribe, to award, to bestow, to assign, to attach {ww.}
I accredit
you accredit
we accredit
ik ken toe
jij kent toe
wij kennen toe
			 					» meer vervoegingen van toekennen
		 					
to accept, to receive, to accredit, to admit, to take, to take on {ww.}
I accredit
you accredit
we accredit
ik accepteer
jij accepteert
wij accepteren
			 					» meer vervoegingen van accepteren
		 					
We accept checks.
									We accepteren cheques.
								  I will accept his request.
									Ik zal zijn verzoek accepteren.
								  to believe, to deem, to account, to accredit {ww.}
geloven
menen
houden voor
menen
houden voor
I accredit
you accredit
we accredit
ik geloof
jij gelooft
wij geloven
			 					» meer vervoegingen van geloven
		 					
To see is to believe.
									Eerst zien, dan geloven.
								  It's hard to believe.
									Het is moeilijk te geloven.