Vertaling van comes
he/she/it comes
hij/zij/het benadert
» meer vervoegingen van benaderen
he/she/it comes
hij/zij/het komt voort
» meer vervoegingen van voortkomen
klaarkomen
he/she/it comes
hij/zij/het komt klaar
» meer vervoegingen van klaarkomen
he/she/it comes
hij/zij/het komt
» meer vervoegingen van komen
binnenkomen
aankomen
arriveren
he/she/it comes
hij/zij/het komt
» meer vervoegingen van komen
afstammen
he/she/it comes
hij/zij/het spruit
» meer vervoegingen van spruiten
klaarkomen
he/she/it comes
hij/zij/het komt
» meer vervoegingen van komen
he/she/it comes
hij/zij/het redt
» meer vervoegingen van redden
Voorbeelden in zinsverband
Sunday comes after Saturday.
Zondag komt na zaterdag.
After winter, spring comes.
Na de winter komt de lente.
Jane comes from Australia.
Jane komt uit Australië.
He comes from Genoa.
Hij komt uit Genua.
Here comes the train!
Hier komt de trein!
He comes from Geneva.
Hij komt uit Genève.
After Sunday comes Monday.
Na zondag komt maandag.
This girl comes from Japan.
Dit meisje komt van Japan.
His wife comes from California.
Zijn vrouw komt uit Californië.
The foreigner comes from Scotland.
De buitenlander komt uit Schotland.
This word comes from Greek.
Dit woord komt uit het Grieks.
After rain comes fair weather.
Na regen komt zonneschijn.
I hope that John comes.
Ik hoop dat John komt.
Coffee comes after the meal.
De koffie komt na het eten.
He comes home almost every weekend.
Hij komt bijna elk weekend thuis.