Vertaling van constituted

Inhoud:

Engels
Nederlands
to introduce, to present, to offer, to perform, to play, to reenact, to render, to depict, to represent, to constitute {ww.}
spelen 
voorstellen
aanbieden 
vertonen
presenteren
indienen

I constituted
you constituted
he/she/it constituted

ik speelde
jij speelde
hij/zij/het speelde
» meer vervoegingen van spelen

I can play Chopin.
Ik kan Chopin spelen.
Children play with toys.
Kinderen spelen met speelgoed.
to constitute, to make up, to account for {ww.}
vormen 
uitmaken 

I constituted
you constituted
he/she/it constituted

ik vormde
jij vormde
hij/zij/het vormde
» meer vervoegingen van vormen

to constitute, to establish, to found, to institute, to plant {ww.}
grondvesten
vestigen
stichten

I constituted
you constituted
he/she/it constituted

ik grondvestte
jij grondvestte
hij/zij/het grondvestte
» meer vervoegingen van grondvesten

to be, to comprise, to constitute, to make up, to represent {ww.}
zijn
uitmaken
vormen

I constituted
you constituted
he/she/it constituted

ik was
jij was
hij/zij/het was
» meer vervoegingen van zijn

That would be unfair.
Dat zou oneerlijk zijn.
Let's be fair.
Laat ons eerlijk zijn.
to appoint, to constitute, to name, to nominate {ww.}
benoemen

I constituted
you constituted
he/she/it constituted

ik benoemde
jij benoemde
hij/zij/het benoemde
» meer vervoegingen van benoemen

to appoint, to constitute, to name, to nominate {ww.}
aanwijzen
maken
benoemen
designeren
aanstellen

I constituted
you constituted
he/she/it constituted

ik wees aan
jij wees aan
hij/zij/het wees aan
» meer vervoegingen van aanwijzen

to appoint, to constitute, to name, to nominate {ww.}
opwerpen

I constituted
you constituted
he/she/it constituted

ik wierp op
jij wierp op
hij/zij/het wierp op
» meer vervoegingen van opwerpen

to constitute, to establish, to found, to institute, to plant {ww.}
instelling [v] (de ~)
oprichting [v] (de ~)


Gerelateerd aan constituted

introduce - present - offer - perform - play - reenact - render - depict - represent - constitute - make up - account for - establish - found - instituteestablish - call - work - determine - offer - beginning