Vertaling van flash

Inhoud:

Engels
Nederlands
to flash, to blink {ww.}
flikkeren
flitsen
gloren

I flash
you flash
we flash

ik flikker
jij flikkert
wij flikkeren
» meer vervoegingen van flikkeren

flash {zn.}
bliksemflits [m]
bliksemschicht [m]
bliksemstraal [m]
schicht
vuurstraal
flash {zn.}
flits [m]
schicht
flikkering [v]
to flash {ww.}
flitsen
streaken

I flash
you flash
we flash

ik flits
jij flitst
wij flitsen
» meer vervoegingen van flitsen

to flash, to flaunt, to ostentate, to show off, to swank {ww.}
pronken
uitpakken

I flash
you flash
we flash

ik pronk
jij pronkt
wij pronken
» meer vervoegingen van pronken

to flash, to flaunt, to ostentate, to show off, to swank {ww.}
etaleren

I flash
you flash
we flash

ik etaleer
jij etaleert
wij etaleren
» meer vervoegingen van etaleren

to flash {ww.}
vendelzwaaien
vaandelzwaaien
to flash, to flaunt, to ostentate, to show off, to swank {ww.}
prijken

they flash

zij prijken
» meer vervoegingen van prijken

flash, news bulletin, newsbreak, newsflash {zn.}
nieuwsbericht [o] (het ~)
nieuwsbulletin
flash, flash bulb, flash lamp, flashbulb, flashgun, photoflash {zn.}
flash
flash {zn.}
steekvlam [m] (de ~)
flash {zn.}
schicht
flash, flash bulb, flash lamp, flashbulb, flashgun, photoflash {zn.}
flitser [m] (de ~)
flitslamp [m] (de ~)
flitstoestel
flitslicht [o] (het ~)
flash {zn.}
geflikker
flash {zn.}
flikkerlicht
flikkering [v] (de ~)
flash, flash bulb, flash lamp, flashbulb, flashgun, photoflash {zn.}
schitterlicht
flash, flash bulb, flash lamp, flashbulb, flashgun, photoflash {zn.}
flitstijd
flash {zn.}
lichtflits [m] (de ~)
lichtschijnsel
flits [m] (de ~)
flash {zn.}
ingeving [v] (de ~)
gedachteflits
idee [o] (het ~)
inval [m] (de ~)
flash {zn.}
lichtsignaal
lichtsein
to dart, to dash, to flash, to scoot, to scud, to shoot {ww.}
flitsen

I flash
you flash
we flash

ik flits
jij flitst
wij flitsen
» meer vervoegingen van flitsen

blink of an eye, flash, heartbeat, instant, jiffy, new york minute, split second, trice, twinkling, wink {zn.}
flits [m] (de ~)
flare, flash {zn.}
vuursignaal
blink of an eye, flash, heartbeat, instant, jiffy, new york minute, split second, trice, twinkling, wink {zn.}
jiffy
jiffybag
brassy, cheap, flash, flashy, garish, gaudy, gimcrack, loud, meretricious, tacky, tatty, tawdry, trashy {bn.}
opzichtig
voyant
brassy, cheap, flash, flashy, garish, gaudy, gimcrack, loud, meretricious, tacky, tatty, tawdry, trashy {bn.}
kakelbont
brassy, cheap, flash, flashy, garish, gaudy, gimcrack, loud, meretricious, tacky, tatty, tawdry, trashy {bn.}
felgekleurd
flare, flash {zn.}
teerton