Vertaling van linked

Inhoud:

Engels
Nederlands
to bind, to connect, to join, to tie, to tie up, to associate, to fasten, to link {ww.}
aansluiten 
binden 
vastbinden
vastmaken 
verbinden 

I linked
you linked
he/she/it linked

ik sloot aan
jij sloot aan
hij/zij/het sloot aan
» meer vervoegingen van aansluiten

coupled, joined, linked {bn.}
verbonden
to connect, to link, to link up, to tie {ww.}
schakelen

I linked
you linked
he/she/it linked

ik schakelde
jij schakelde
hij/zij/het schakelde
» meer vervoegingen van schakelen

to associate, to colligate, to connect, to link, to link up, to relate, to tie in {ww.}
verbinden

I linked
you linked
he/she/it linked

ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond
» meer vervoegingen van verbinden

The new tunnel will link Britain and France.
De nieuwe tunnel zal Brittannië met Frankrijk verbinden.
to associate, to colligate, to connect, to link, to link up, to relate, to tie in {ww.}
betrekken

I linked
you linked
he/she/it linked

ik betrok
jij betrok
hij/zij/het betrok
» meer vervoegingen van betrekken

to connect, to link, to link up, to tie {ww.}
aaneenschakelen

I linked
you linked
he/she/it linked

ik schakelde aaneen
jij schakelde aaneen
hij/zij/het schakelde aaneen
» meer vervoegingen van aaneenschakelen

to connect, to link, to link up, to tie {ww.}
samenkoppelen
koppelen

I linked
you linked
he/she/it linked

ik koppelde samen
jij koppelde samen
hij/zij/het koppelde samen
» meer vervoegingen van samenkoppelen

to associate, to colligate, to connect, to link, to link up, to relate, to tie in {ww.}
combineren
relateren

I linked
you linked
he/she/it linked

ik combineerde
jij combineerde
hij/zij/het combineerde
» meer vervoegingen van combineren

to associate, to colligate, to connect, to link, to link up, to relate, to tie in {ww.}
associëren

I linked
you linked
he/she/it linked

ik associeerde
jij associeerde
hij/zij/het associeerde
» meer vervoegingen van associëren

We often associate black with death.
We associëren zwart vaak met de dood.
to connect, to link, to link up, to tie {ww.}
verbinden
voegen
liëren
lassen

I linked
you linked
he/she/it linked

ik verbond
jij verbond
hij/zij/het verbond
» meer vervoegingen van verbinden

to connect, to link, to link up, to tie {ww.}
aaneensluiten
aansluiten
passen

I linked
you linked
he/she/it linked

ik sloot aaneen
jij sloot aaneen
hij/zij/het sloot aaneen
» meer vervoegingen van aaneensluiten

to connect, to join, to link, to link up, to unite {ww.}
aansluiten
aaneensluiten

I linked
you linked
he/she/it linked

ik sloot aan
jij sloot aan
hij/zij/het sloot aan
» meer vervoegingen van aansluiten



Gerelateerd aan linked

bind - connect - join - tie - tie up - associate - fasten - link - coupled - joined - link up - colligate - relate - tie in - uniteconnect - bring together - associate - attach - lay - fit