Vertaling van shed

Inhoud:

Engels
Nederlands
shed {zn.}
berghok [o]
shed, stand, booth, lean-to, stall {zn.}
tent  [v]
schuur [v]
loods  [v]
kraam
keet
stalletje [o]
to pour, to scatter, to shed, to tip {ww.}
vergieten
storten
plengen
schenken 
gieten

I shed
you shed
we shed

ik vergiet
jij vergiet
wij vergieten
» meer vervoegingen van vergieten

to cast, to shed, to unseat {ww.}
uit het zadel lichten
uit het zadel werpen
afwerpen

I shed
you shed
we shed

ik werp af
jij werpt af
wij werpen af
» meer vervoegingen van afwerpen

to spill, to shed, to shower {ww.}
morsen

I shed
you shed
we shed

ik mors
jij morst
wij morsen
» meer vervoegingen van morsen

penthouse, shed {zn.}
luifel
schutdak
afdak  [o]
penthouse, shed {zn.}
afdak  [o]
penthouse, shed {zn.}
luifel
afdak  [o]
cabin, hut, shack, shed, shanty {zn.}
stulp [v]
hut  [v]
stable, stall, sty, outbuilding, outhouse, shed {zn.}
stal [m]
to pour forth, to shed, to spill {ww.}
uitstorten

I shed
you shed
we shed

ik stort uit
jij stort uit
wij storten uit
» meer vervoegingen van uitstorten

to cast, to cast off, to drop, to shake off, to shed, to throw, to throw away, to throw off {ww.}
afdanken

I shed
you shed
we shed

ik dank af
jij dankt af
wij danken af
» meer vervoegingen van afdanken

to cast, to cast off, to drop, to shake off, to shed, to throw, to throw away, to throw off {ww.}
losschudden

I shed
you shed
we shed

ik schud los
jij schudt los
wij schudden los
» meer vervoegingen van losschudden

to disgorge, to shed, to spill {ww.}
knoeien
morsen

I shed
you shed
we shed

ik knoei
jij knoeit
wij knoeien
» meer vervoegingen van knoeien

to pour forth, to shed, to spill {ww.}
vergieten

I shed
you shed
we shed

ik vergiet
jij vergiet
wij vergieten
» meer vervoegingen van vergieten

to cast, to cast off, to drop, to shake off, to shed, to throw, to throw away, to throw off {ww.}
weggooien
wegkeilen
wegkieperen
wegsmijten
wegwerpen

I shed
you shed
we shed

ik gooi weg
jij gooit weg
wij gooien weg
» meer vervoegingen van weggooien

to pour forth, to shed, to spill {ww.}
plengen

I shed
you shed
we shed

ik pleng
jij plengt
wij plengen
» meer vervoegingen van plengen

to cast, to cast off, to drop, to shake off, to shed, to throw, to throw away, to throw off {ww.}
losschudden

I shed
you shed
we shed

ik schud los
jij schudt los
wij schudden los
» meer vervoegingen van losschudden

to exuviate, to molt, to moult, to shed, to slough {ww.}
uitval [m] (de ~)

I shed

to exuviate, to molt, to moult, to shed, to slough {ww.}
uitvallen

I shed
you shed
we shed

ik val uit
jij valt uit
wij vallen uit
» meer vervoegingen van uitvallen

to exuviate, to molt, to moult, to shed, to slough {ww.}
vervellen

I shed
you shed
we shed

ik vervel
jij vervelt
wij vervellen
» meer vervoegingen van vervellen

to cast, to cast off, to drop, to shake off, to shed, to throw, to throw away, to throw off {ww.}
afschudden

I shed
you shed
we shed

ik schud af
jij schudt af
wij schudden af
» meer vervoegingen van afschudden

to exuviate, to molt, to moult, to shed, to slough {ww.}
afleggen

I shed
you shed
we shed

ik leg af
jij legt af
wij leggen af
» meer vervoegingen van afleggen



Gerelateerd aan shed

stand - booth - lean-to - stall - pour - scatter - tip - cast - unseat - spill - shower - penthouse - cabin - hut - shackempty - plank down - get rid of - loosen - agitate - allow - pour - throw - remove - come away - change