Vertaling van agitate

Inhoud:

Engels
Nederlands
to agitate, to incite, to stir up, to arouse {ww.}
schudden 
opwinden
opstoken
opruien
ophitsen
agiteren

I agitate
you agitate
we agitate

ik schud
jij schudt
wij schudden
» meer vervoegingen van schudden

to agitate, to alarm, to disturb, to perturb, to ruffle, to trouble, to unsettle, to upset, to worry {ww.}
benauwen
verontrusten

I agitate
you agitate
we agitate

ik benauw
jij benauwt
wij benauwen
» meer vervoegingen van benauwen

to agitate, to shake {ww.}
schudden
rammelen

I agitate
you agitate
we agitate

ik schud
jij schudt
wij schudden
» meer vervoegingen van schudden

Let's shake hands.
Laten we handen schudden.
You can't shake someone's hand with a clenched fist.
Met gebalde vuist kan je iemands hand niet schudden.
to excite, to agitate, to rouse, to stir up, to tintillate, to work up, to stir, to arouse {ww.}
werken op
verhitten
opwinden
prikkelen
aanwakkeren

I agitate
you agitate
we agitate

ik verhit
jij verhit
wij verhitten
» meer vervoegingen van verhitten

to agitate, to charge, to charge up, to commove, to excite, to rouse, to turn on {ww.}
opwarmen

I agitate
you agitate
we agitate

ik warm op
jij warmt op
wij warmen op
» meer vervoegingen van opwarmen

to agitate, to shake {ww.}
schudden

I agitate
you agitate
we agitate

ik schud
jij schudt
wij schudden
» meer vervoegingen van schudden

to agitate, to shake {ww.}
afschudden

I agitate
you agitate
we agitate

ik schud af
jij schudt af
wij schudden af
» meer vervoegingen van afschudden

to agitate, to charge, to charge up, to commove, to excite, to rouse, to turn on {ww.}
agiteren

I agitate
you agitate
we agitate

ik agiteer
jij agiteert
wij agiteren
» meer vervoegingen van agiteren

to agitate, to budge, to shift, to stir {ww.}
roeren
verroeren

I agitate
you agitate
we agitate

ik roer
jij roert
wij roeren
» meer vervoegingen van roeren

to shake, to shock, to agitate, to rock {ww.}
schokken
schudden 
opschudden
wrikken

I agitate
you agitate
we agitate

ik schok
jij schokt
wij schokken
» meer vervoegingen van schokken

to agitate, to budge, to shift, to stir {ww.}
werking [v] (de ~)

I agitate

to agitate, to shake {ww.}
hutselen
husselen
hutsen

I agitate
you agitate
we agitate

ik hutsel
jij hutselt
wij hutselen
» meer vervoegingen van hutselen



Gerelateerd aan agitate

incite - stir up - arouse - alarm - disturb - perturb - ruffle - trouble - unsettle - upset - worry - shake - excite - rouse - tintillatedisplace - change - move - remove - agitate - act - go - stir