Vertaling van sweep

Inhoud:

Engels
Nederlands
to sweep, to whisk {ww.}
bezemen
vegen 
aanvegen 
opvegen
schoonvegen

I sweep
you sweep
we sweep

ik bezem
jij bezemt
wij bezemen
» meer vervoegingen van bezemen

sweep {zn.}
schoorsteenveger
to command, to cover, to sweep {ww.}
bestrijken

I sweep
you sweep
we sweep

ik bestrijk
jij bestrijkt
wij bestrijken
» meer vervoegingen van bestrijken

to sweep {ww.}
aanvegen

I sweep
you sweep
we sweep

ik veeg aan
jij veegt aan
wij vegen aan
» meer vervoegingen van aanvegen

to sweep {ww.}
vegen
wissen

I sweep
you sweep
we sweep

ik veeg
jij veegt
wij vegen
» meer vervoegingen van vegen

Mary wants to sweep the house.
Mary wil het huis vegen.
sweep, sweep oar {zn.}
riemslag
access, approach, drive, sweep, entranceway, driveway {zn.}
oprit
inrit
oprijlaan
sweep {zn.}
zwier [m] (de ~)
slinger [m] (de ~)
zwiep
zwaai [m] (de ~)
sweep {zn.}
putgalg
to broom, to sweep {ww.}
vegen
schoonvegen
uitvegen

I sweep
you sweep
we sweep

ik veeg
jij veegt
wij vegen
» meer vervoegingen van vegen

to drag, to drag in, to embroil, to sweep, to sweep up, to tangle {ww.}
verwikkelen

I sweep
you sweep
we sweep

ik verwikkel
jij verwikkelt
wij verwikkelen
» meer vervoegingen van verwikkelen

to broom, to sweep {ww.}
uitborstelen

I sweep
you sweep
we sweep

ik borstel uit
jij borstelt uit
wij borstelen uit
» meer vervoegingen van uitborstelen

to sail, to sweep {ww.}
slingeren
rollen

I sweep
you sweep
we sweep

ik slinger
jij slingert
wij slingeren
» meer vervoegingen van slingeren

to drag, to drag in, to embroil, to sweep, to sweep up, to tangle {ww.}
binnenslepen
to cross, to span, to sweep, to traverse {ww.}
overspannen

I sweep
you sweep
we sweep

ik overspan
jij overspant
wij overspannen
» meer vervoegingen van overspannen

chimneysweep, chimneysweeper, sweep {zn.}
schoorsteenveger [m] (de ~)
slam, sweep {zn.}
slem [m] (de/het ~)


Gerelateerd aan sweep

whisk - command - cover - sweep oar - access - approach - drive - entranceway - driveway - broom - drag - drag in - embroil - sweep up - tanglesweep - rub - clean - stroke - mechanism - involve - broadcast - rock - navigate - fasten - cleaner - score