Vertaling van threw

Inhoud:

Engels
Nederlands
to throw, to cast, to pitch, to toss {ww.}
werpen 
keilen
uitspelen
gooien 

I threw
you threw
he/she/it threw

ik wierp
jij wierp
hij/zij/het wierp
» meer vervoegingen van werpen

to cast, to cast off, to drop, to shake off, to shed, to throw, to throw away, to throw off {ww.}
afschudden

I threw
you threw
he/she/it threw

ik schudde af
jij schudde af
hij/zij/het schudde af
» meer vervoegingen van afschudden

to cast, to cast off, to drop, to shake off, to shed, to throw, to throw away, to throw off {ww.}
wegwerpen
wegsmijten
wegkeilen
wegkieperen
weggooien

I threw
you threw
he/she/it threw

ik wierp weg
jij wierp weg
hij/zij/het wierp weg
» meer vervoegingen van wegwerpen

to throw {ww.}
toewerpen
toegooien

I threw
you threw
he/she/it threw

ik wierp toe
jij wierp toe
hij/zij/het wierp toe
» meer vervoegingen van toewerpen

to throw {ww.}
bowlen

I threw
you threw
he/she/it threw

ik bowlde
jij bowlde
hij/zij/het bowlde
» meer vervoegingen van bowlen

to throw {ww.}
knikkeren
kwakken
lazeren
kegelen
zwiepen
gooien
mikken
donderen
kogelen
kukelen
kieperen
keilen
jenzen
werpen
plompen
flikkeren
bliksemen

I threw
you threw
he/she/it threw

ik knikkerde
jij knikkerde
hij/zij/het knikkerde
» meer vervoegingen van knikkeren

to give, to have, to hold, to make, to throw {ww.}
houden
voeren

I threw
you threw
he/she/it threw

ik hield
jij hield
hij/zij/het hield
» meer vervoegingen van houden

That box is too small to hold all these things.
Die doos is te klein om al deze dingen te houden.
Let's see who can hold out the longest.
Laten we eens zien wie het het langst uit kan houden.
to throw {ww.}
opwerpen
opgooien

I threw
you threw
he/she/it threw

ik wierp op
jij wierp op
hij/zij/het wierp op
» meer vervoegingen van opwerpen

to flip, to switch, to throw {ww.}
omzetten
overgooien

I threw
you threw
he/she/it threw

ik omzette
jij omzette
hij/zij/het omzette
» meer vervoegingen van omzetten

to cast, to cast off, to drop, to shake off, to shed, to throw, to throw away, to throw off {ww.}
losschudden

I threw
you threw
he/she/it threw

ik schudde los
jij schudde los
hij/zij/het schudde los
» meer vervoegingen van losschudden

to cast, to cast off, to drop, to shake off, to shed, to throw, to throw away, to throw off {ww.}
losschudden

I threw
you threw
he/she/it threw

ik schudde los
jij schudde los
hij/zij/het schudde los
» meer vervoegingen van losschudden

to cast, to cast off, to drop, to shake off, to shed, to throw, to throw away, to throw off {ww.}
afdanken

I threw
you threw
he/she/it threw

ik dankte af
jij dankte af
hij/zij/het dankte af
» meer vervoegingen van afdanken

to throw {ww.}
pitchen

I threw



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I threw up.

Ik moest overgeven.

I threw up my food.

Ik heb mijn eten uitgekotst.

Tom threw Mary out of the bar.

Tom gooide Mary uit de kroeg.

The boy threw a stone at the frog.

De jongen gooide een steen naar de kikker.

They threw their hats up into the air.

Ze gooiden hun hoed omhoog in de lucht.

That child threw a stone at the dog.

Dat kind wierp een steen naar de hond.

It's not very clever of you that you threw away that note.

Dat is niet zo erg snugger van je, dat je dat briefje hebt weggegooid.


Gerelateerd aan threw

throw - cast - pitch - toss - cast off - drop - shake off - shed - throw away - throw off - give - have - hold - make - flipget rid of - throw - remove - displace - move around - come away - loosen - agitate