Vertaling van to achieve

Inhoud:

Engels
Nederlands
to achieve, to act out, to carry through, to conduct, to implement, to secure, to accomplish {ww.}
verwezenlijken
doorvoeren
tot stand brengen
bewerkstelligen

I achieve
you achieve
we achieve

ik verwezenlijk
jij verwezenlijkt
wij verwezenlijken
» meer vervoegingen van verwezenlijken

to accomplish, to achieve, to finish, to consummate, to output, to perform, to produce {ww.}
volbrengen
voltooien 
klaren

I achieve
you achieve
we achieve

ik volbreng
jij volbrengt
wij volbrengen
» meer vervoegingen van volbrengen

Without her help, I could not finish my task.
Zonder haar hulp kon ik mijn opdracht niet volbrengen.
The task is so difficult that I cannot accomplish it.
De taak is zo moeilijk dat ik het niet kan volbrengen.
to accomplish, to attain, to get, to reach, to achieve, to arrive at {ww.}
bereiken 
reiken tot
inhalen
behalen 

I achieve
you achieve
we achieve

ik bereik
jij bereikt
wij bereiken
» meer vervoegingen van bereiken

You can reach me at this number.
Je kunt me op dit nummer bereiken.
If you take this bus, you will reach the village.
Als ge deze bus neemt, zult ge het dorp bereiken.
to accomplish, to achieve, to keep, to observe, to perform, to exercise, to fulfil, to meet, to execute, to abide, to abide by {ww.}
voltrekken
vervullen
verrichten
uitvoeren 
naleven
nakomen

I achieve
you achieve
we achieve

ik voltrek
jij voltrekt
wij voltrekken
» meer vervoegingen van voltrekken

to produce, to achieve, to conduct, to effect, to engineer, to implement, to realize {ww.}
realiseren
uitvoeren 
verwerkelijken
bewerkstelligen

I achieve
you achieve
we achieve

ik realiseer
jij realiseert
wij realiseren
» meer vervoegingen van realiseren

After six months in China, you will realize that you regret not accepting that pizza before you left.
Na zes maanden in China zul je je realiseren dat je spijt hebt dat je die pizza niet hebt aangenomen voordat je vertrok.


Gerelateerd aan to achieve

achieve - act out - carry through - conduct - implement - secure - accomplish - finish - consummate - output - perform - produce - attain - get - reach