Vertaling van beloop

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
beloop [o] (het ~) {zn.}
beloop [o] (het ~) {zn.}
te voet gaan, belopen {ww.}
te voet gaan
belopen {ww.}

ik beloop
jij beloopt
hij/zij/het beloopt

ik beloop
jij beloopt
hij/zij/het beloopt
» meer vervoegingen van belopen

belopen, bedragen {ww.}
belopen
bedragen {ww.}

hij/zij/het bedraagt
zij bedragen
ik beloop

hij/zij/het beloopt
zij belopen
ik beloop
» meer vervoegingen van belopen

som [m] (de ~), bedrag [o] (het ~), schijf [m] (de ~), beloop [o] (het ~), somma {zn.}
som [m] (de ~)
bedrag [o] (het ~)
schijf [m] (de ~)
beloop [o] (het ~)
somma {zn.}
Mijn harde schijf is bijna vol.
Mijn harde schijf is bijna vol.
Het plan vereist een grote som geld.
Het plan vereist een grote som geld.
gang [m] (de ~), beloop [o] (het ~), gangetje {zn.}
gang [m] (de ~)
beloop [o] (het ~)
gangetje {zn.}
Alstublieft mevrouw, ga uw gang!
Alstublieft mevrouw, ga uw gang!
"Mag ik je potlood gebruiken?" "Natuurlijk, ga je gang."
"Mag ik je potlood gebruiken?" "Natuurlijk, ga je gang."
taluud, talud [o] (het ~), beloop [o] (het ~), afril {zn.}
taluud
talud [o] (het ~)
beloop [o] (het ~)
afril {zn.}
zijn, worden, komen, maken, kosten, belopen, bedragen {ww.}
zijn
worden
komen
maken
kosten
belopen
bedragen {ww.}

hij/zij/het bedraagt
zij bedragen
ik beloop

hij/zij/het is
zij zijn
ik ben
» meer vervoegingen van zijn

Ik kan even niet op zijn naam komen.
Ik kan even niet op zijn naam komen.
Er is geen excuus voor zijn te laat komen.
Er is geen excuus voor zijn te laat komen.
belopen {ww.}
belopen {ww.}

ik beloop
jij beloopt
hij/zij/het beloopt

ik beloop
jij beloopt
hij/zij/het beloopt
» meer vervoegingen van belopen



Gerelateerd aan beloop

te voet gaan - belopen - bedragen - som - bedrag - schijf - somma - gang - gangetje - taluud - talud - afril - zijn - worden - komenvorm - goed - voortgang - helling - behelzen - betreden - gaan