Vertaling van gast
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
gast , logée , introducée {zn.}
gast
logée
introducée {zn.}
logée
introducée {zn.}
Je bent onze gast van de week.
Je bent onze gast van de week.
Ik wil dat je vanavond mijn gast bent.
Ik wil dat je vanavond mijn gast bent.
gast , logé , introducé {zn.}
gast
logé
introducé {zn.}
logé
introducé {zn.}
gast {zn.}
gast {zn.}
man , kerel, vent , gast, gozer, manmens, manspersoon {zn.}
man
kerel
vent
gast
gozer
manmens
manspersoon {zn.}
kerel
vent
gast
gozer
manmens
manspersoon {zn.}
Die kerel is dubbelhartig.
Die kerel is dubbelhartig.
Wie is deze vent?
Wie is deze vent?
gast {zn.}
gast {zn.}
gast , gastspeler {zn.}
gast
gastspeler {zn.}
gastspeler {zn.}
gast {zn.}
gast {zn.}
gast {zn.}
gast {zn.}
gassen {ww.}
gassen {ww.}
ik gas
jij gast
hij/zij/het gast
ik gas
jij gast
hij/zij/het gast
» meer vervoegingen van gassen
man , jongen , meneer , heer , baas , vent , kerel , gast , klant, pik , pief , knaap, gabber , broger, basserool, mannetje , heerschap , manspersoon {zn.}
man
jongen
meneer
heer
baas
vent
kerel
gast
klant
pik
pief
knaap
gabber
broger
basserool
mannetje
heerschap
manspersoon {zn.}
jongen
meneer
heer
baas
vent
kerel
gast
klant
pik
pief
knaap
gabber
broger
basserool
mannetje
heerschap
manspersoon {zn.}
Meneer Ito is een hoogopgeleide man.
Meneer Ito is een hoogopgeleide man.
De man die we vanochtend zagen was meneer Green.
De man die we vanochtend zagen was meneer Green.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Je bent onze gast van de week.
Je bent onze gast van de week.
Ik wil dat je vanavond mijn gast bent.
Ik wil dat je vanavond mijn gast bent.