Vertaling van gevuld
rond {bn.}
gevuld {bn.}
gevuld {bn.}
afsluiten {ww.}
ik heb afgesloten
jij hebt afgesloten
hij/zij/het heeft afgesloten
ik heb gevuld
jij hebt gevuld
hij/zij/het heeft gevuld
» meer vervoegingen van vullen
volschenken
volmaken
spekken
invullen
vullen
dempen {ww.}
ik heb gedempt
ik had gedempt
ik zal gedempt hebben
ik heb gestopt
ik had gestopt
ik zal gestopt hebben
» meer vervoegingen van stoppen
plomberen {ww.}
ik heb geplombeerd
ik had geplombeerd
ik zal geplombeerd hebben
ik heb gevuld
ik had gevuld
ik zal gevuld hebben
» meer vervoegingen van vullen
opvullen
vullen {ww.}
ik heb opgevuld
ik had opgevuld
ik zal opgevuld hebben
ik heb opgezet
ik had opgezet
ik zal opgezet hebben
» meer vervoegingen van opzetten
vullen {ww.}
ik heb opgevuld
ik had opgevuld
ik zal opgevuld hebben
ik heb opgevuld
ik had opgevuld
ik zal opgevuld hebben
» meer vervoegingen van opvullen