Vertaling van ketsen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
naaien, batsen, ketsen, neuken {ww.}
naaien
batsen
ketsen
neuken {ww.}

ik kets
jij ketst
hij/zij/het ketst

ik naai
jij naait
hij/zij/het naait
» meer vervoegingen van naaien

Ze kan heel goed naaien.
Ze kan heel goed naaien.
ketsen {ww.}
ketsen {ww.}

ik kets
jij ketst
hij/zij/het ketst

ik kets
jij ketst
hij/zij/het ketst
» meer vervoegingen van ketsen

scheren , keilen, ketsen {zn.}
scheren
keilen
ketsen {zn.}
Ik moet me scheren.
Ik moet me scheren.
Ik moet mij scheren voor mijn vertrek.
Ik moet mij scheren voor mijn vertrek.
slapen, naaien, pompen, rampetampen, bedvogelen, wippen, rammen, vozen, bonken, fleppen, fokken, emmeren, flensen, cohabiteren, coïteren, bonzen, soppen, poepen, vogelen, seksen, ketsen, bibberen, rollebollen, kezen, figuurzagen, kieren, palen, knarren, neuken, vrijen {ww.}
slapen
naaien
pompen
rampetampen
bedvogelen
wippen
rammen
vozen
bonken
fleppen
fokken
emmeren
flensen
cohabiteren
coïteren
bonzen
soppen
poepen
vogelen
seksen
ketsen
bibberen
rollebollen
kezen
figuurzagen
kieren
palen
knarren
neuken
vrijen {ww.}

ik bibber
jij bibbert
hij/zij/het bibbert

ik slaap
jij slaapt
hij/zij/het slaapt
» meer vervoegingen van slapen

Ga slapen.
Ga slapen.
Ge zoudt beter slapen.
Ge zoudt beter slapen.
kaatsen, ketsen, stuiteren, stuiten {ww.}
kaatsen
ketsen
stuiteren
stuiten {ww.}

ik kaats
jij kaatst
hij/zij/het kaatst

ik kaats
jij kaatst
hij/zij/het kaatst
» meer vervoegingen van kaatsen


Gerelateerd aan ketsen

naaien - batsen - neuken - scheren - keilen - slapen - pompen - rampetampen - bedvogelen - wippen - rammen - vozen - bonken - fleppen - fokkenweigeren - handelen - vallen - terugstuiten