Vertaling van wippen
ik wip
jij wipt
hij/zij/het wipt
ik wip
jij wipt
hij/zij/het wipt
» meer vervoegingen van wippen
ik wip
jij wipt
hij/zij/het wipt
ik wip
jij wipt
hij/zij/het wipt
» meer vervoegingen van wippen
wippen
vozen
neuken
copuleren {ww.}
ik copuleer
jij copuleert
hij/zij/het copuleert
ik naai
jij naait
hij/zij/het naait
» meer vervoegingen van naaien
ik wip
jij wipt
hij/zij/het wipt
ik wip
jij wipt
hij/zij/het wipt
» meer vervoegingen van wippen
ik wip
jij wipt
hij/zij/het wipt
ik wip
jij wipt
hij/zij/het wipt
» meer vervoegingen van wippen
ik wip
jij wipt
hij/zij/het wipt
ik wip
jij wipt
hij/zij/het wipt
» meer vervoegingen van wippen
ik wip
jij wipt
hij/zij/het wipt
ik wip
jij wipt
hij/zij/het wipt
» meer vervoegingen van wippen
hobbelen
schommelen
wiegelen
wiegen
wippen {ww.}
ik balanceer
jij balanceert
hij/zij/het balanceert
ik balanceer
jij balanceert
hij/zij/het balanceert
» meer vervoegingen van balanceren
vellen
neervellen
wippen {ww.}
ik kap
jij kapt
hij/zij/het kapt
ik kap
jij kapt
hij/zij/het kapt
» meer vervoegingen van kappen
ik wip
jij wipt
hij/zij/het wipt
ik wip
jij wipt
hij/zij/het wipt
» meer vervoegingen van wippen
wippen {ww.}
ik ontsla
jij ontslaat
hij/zij/het ontslaat
ik ontsla
jij ontslaat
hij/zij/het ontslaat
» meer vervoegingen van ontslaan
naaien
pompen
rampetampen
bedvogelen
wippen
rammen
vozen
bonken
fleppen
fokken
emmeren
flensen
cohabiteren
coïteren
bonzen
soppen
poepen
vogelen
seksen
ketsen
bibberen
rollebollen
kezen
figuurzagen
kieren
palen
knarren
neuken
vrijen {ww.}
ik bibber
jij bibbert
hij/zij/het bibbert
ik slaap
jij slaapt
hij/zij/het slaapt
» meer vervoegingen van slapen
geslachtsgemeenschap
copulatie
cohabitatie
bijslaap
wippertje
wip
nummertje
neukpartij
minnespel
lijfsgemeenschap
liefdesdaad
geslachtsdaad
coïtus {zn.}
wipwap {zn.}
wip {zn.}