Vertaling van positie

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
positie [v], stand, houding [v] {zn.}
positie [v]
stand
houding [v] {zn.}
Hij heeft een belangrijke positie binnen het bedrijf.
Hij heeft een belangrijke positie binnen het bedrijf.
positie [v] (de ~) {zn.}
positie [v] (de ~) {zn.}
positie {zn.}
positie {zn.}
positie [v] (de ~), stand [m] (de ~), pose [v] (de ~), houding [v] (de ~) {zn.}
positie [v] (de ~)
stand [m] (de ~)
pose [v] (de ~)
houding [v] (de ~) {zn.}
positie, opstelling [v] (de ~), habitus [m] (de ~), gedragslijn, gedraging [v] (de ~), attitude [v] (de ~), houding [v] (de ~) {zn.}
positie
opstelling [v] (de ~)
habitus [m] (de ~)
gedragslijn
gedraging [v] (de ~)
attitude [v] (de ~)
houding [v] (de ~) {zn.}
positie {zn.}
positie {zn.}
situatie [v] (de ~), ligging [v] (de ~), positie [v] (de ~) {zn.}
situatie [v] (de ~)
ligging [v] (de ~)
positie [v] (de ~) {zn.}
Ik hou van deze flat. De ligging is goed en bovendien is de huur niet zo heel hoog.
Ik hou van deze flat. De ligging is goed en bovendien is de huur niet zo heel hoog.
In een gelijkaardige situatie zou ik hetzelfde doen.
In een gelijkaardige situatie zou ik hetzelfde doen.
post, positie, stelling {zn.}
post
positie
stelling {zn.}
Alsjeblieft denk eraan dat je deze brief post.
Alsjeblieft denk eraan dat je deze brief post.
Vergeet niet de brief op de post te doen.
Vergeet niet de brief op de post te doen.
werk [o] (het ~), baan [m] (de ~), post [m] (de ~), functie [v] (de ~), positie [v] (de ~), job [m] (de ~), werkkring [m] (de ~), dienstverband [o] (het ~), betrekking [v] (de ~) {zn.}
werk [o] (het ~)
baan [m] (de ~)
post [m] (de ~)
functie [v] (de ~)
positie [v] (de ~)
job [m] (de ~)
werkkring [m] (de ~)
dienstverband [o] (het ~)
betrekking [v] (de ~) {zn.}
Maar hij had een job nodig.
Maar hij had een job nodig.
Ik zoek een baan.
Ik zoek een baan.