Vertaling van schonk
schonk
bot
graat
knok {zn.}
gieten
vergieten
schenken
plengen {ww.}
ik goot
jij goot
hij/zij/het goot
ik stortte
jij stortte
hij/zij/het stortte
» meer vervoegingen van storten
cadeau geven {ww.}
ik schonk
jij schonk
hij/zij/het schonk
ik schonk
jij schonk
hij/zij/het schonk
» meer vervoegingen van schenken
ik schonk
jij schonk
hij/zij/het schonk
ik schonk
jij schonk
hij/zij/het schonk
» meer vervoegingen van schenken
schenken {ww.}
ik gaf
jij gaf
hij/zij/het gaf
ik gaf
jij gaf
hij/zij/het gaf
» meer vervoegingen van geven
ik schonk
jij schonk
hij/zij/het schonk
ik schonk
jij schonk
hij/zij/het schonk
» meer vervoegingen van schenken
Voorbeelden in zinsverband
Tom schonk zichzelf een glas whisky in.
Tom schonk zichzelf een glas whisky in.
Niemand schonk aandacht aan zijn waarschuwing.
Niemand schonk aandacht aan zijn waarschuwing.
Hij schonk melk in zijn tea en roerde het.
Hij schonk melk in zijn tea en roerde het.