Vertaling van knok
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
been , schonk , bot , graat , knok {zn.}
been
schonk
bot
graat
knok {zn.}
schonk
bot
graat
knok {zn.}
Tom schonk zichzelf een glas whisky in.
Tom schonk zichzelf een glas whisky in.
Niemand schonk aandacht aan zijn waarschuwing.
Niemand schonk aandacht aan zijn waarschuwing.
vechten, knokken {ww.}
vechten
knokken {ww.}
knokken {ww.}
ik knok
jij knokt
hij/zij/het knokt
ik vecht
jij vecht
hij/zij/het vecht
» meer vervoegingen van vechten
Ze vechten voor vrijheid.
Ze vechten voor vrijheid.
Ik kan je leren vechten.
Ik kan je leren vechten.
been , bot , botje , knook , knok {zn.}
been
bot
botje
knook
knok {zn.}
bot
botje
knook
knok {zn.}
Hij gaf de hond een bot.
Hij gaf de hond een bot.
De soldaat was gewond aan het been.
De soldaat was gewond aan het been.
vechten, kampen, matten, knokken, strijden {ww.}
vechten
kampen
matten
knokken
strijden {ww.}
kampen
matten
knokken
strijden {ww.}
ik kamp
jij kampt
hij/zij/het kampt
ik vecht
jij vecht
hij/zij/het vecht
» meer vervoegingen van vechten
Ik zal tot de dood vechten.
Ik zal tot de dood vechten.
Ik wil niet met Theodore Roosevelt vechten.
Ik wil niet met Theodore Roosevelt vechten.